Pagina 1 van 1

[TvdM-april '07] Minder is meer: wat één paddestoel...

BerichtGeplaatst: di maart 01, 2011 4:26 am
door Sublimo
Originele post door Sweet_Shadow op 4 apr 2007.

Minder is meer: wat één paddestoel teweeg kan brengen

Het is dinsdag 3 april, 23:00 uur. Ik besluit de ene paddestoel, die al heel lang in mijn kast ligt, op te eten. Het is een gedroogde Mexicaanse uit mijn kweekset van een tijdje terug. Ik verwacht er niet veel van, het is immers een niet al te grote paddestoel. Ik kauw er goed op en loop even later naar beneden om m’n tanden te poetsen zodat de smaak niet in mijn mond blijft (de vorige keer vond ik dat niet zo prettig).

In bed liggend concentreer ik me op mijn ademhaling. Het eerste uur gebeurt er niets, daardoor ben ik een beetje teleurgesteld. Maar ik begin op een gegeven moment toch te trippen door die ene paddestoel! Ik kan me niet eens voorstellen waarom ik ooit meer dan één paddestoel zou willen gebruiken (achteraf overigens wel ;)).

Ik bekijk de deur van mijn kamer eens goed. Ik kan er op tig verschillende manieren naar kijken. Steeds ligt de nadruk op een ander aspect van de deur: de vier vlakken, het ‘kruis’ in het midden, de scharnieren. Ik denk na over wat er achter de deur is. Door mijn hoofd spelen de gedachten dat er achter de deur Niets is, dat er buiten mijn kamer Niets is, dat mijn kamer als een blok in het Niets zweeft. Maar deze gedachten kan ik weerleggen omdat ik geluiden van buiten mijn kamer hoor. Ik weet dat het geen geldig argument is, maar toch neem ik er genoegen mee.

Nu heeft de paddestoel iets moois voor mij in petto: een lichtschouwspel dat zich rond de lamp voordoet. Er zijn ineens heel veel nuances te ontdekken in het licht, veel rechte lijnen die de grenzen op het plafond aangeven tussen licht en minder licht. Ook bewegen zich over het plafond allerlei kronkelige lijnen en ontstaan er regenboogachtige kleurschakeringen rond de lamp. Geweldig om te zien. Even lijkt het ook of alles wat ik zie bedekt is met minuscule vierkantjes.

Dit is de vierde keer dat ik in m’n eentje op m’n kamer trip, en telkens ben ik blij verrast door mijn behang. Er verschijnen vaag twee op elkaar lijkende gezichten vol franje op de muur aan de overkant, die een soort gevoel van respect oproepen. Ik denk dat ze een oogje in het zeil houden. Het behang direct naast me vraagt ook aandacht, daar verschijnen voornamelijk een soort schaduwfiguren (als een schimmenspel), en prachtige bloemenpatronen. Ik wil deze patronen vasthouden, ze niet verliezen, net als het fantastische lichtschouwspel dat ik daarvoor gezien had rond de lamp. Maar ik besef dat dit niet kan en schrijf even later op: “Trippen is een les in loslaten.” Ik voel mij een moment verheven maar spreek mezelf vermanend toe, ik ben immers slechts een mens. Met pen en papier probeer ik wat gedachten vast te leggen, maar het enige dat ik weet te schrijven is: “Deze beleving is te onwoordelijk.”

Als vanzelf begin ik patronen te tekenen op het blaadje. Ik ga er helemaal in op. Een heel nieuwe wereld (na wereld, na wereld) ontvouwt zich in de lijnen. Dit is niet zomaar tekenen, dit is als het ware het doorleven van meerdere werelden. Tegelijkertijd haal ik herinneringen op aan dromen die ik ooit gedroomd heb; ik kom terecht op de maan. Terwijl ik aan het tekenen ben, voel ik dat iets mijn aandacht wil trekken, waarschijnlijk ben ik het zelf die mezelf wil wijzen op hoe interessant de omgeving is. Ik wil echter niet afgeleid worden van mijn blaadje en vergeet de kamer om me heen. Het is maar een klein memoblaadje, dus raakt het snel vol.

M’n aandacht kan vervolgens weer uitgaan naar de mij omringende zaken. Ik word steeds aangetrokken door het licht, want wat is licht mooi, zo sfeerbepalend ook. Mijn hand beweegt door de lucht en laat daar sporen achter, heel vermakelijk. Ik sta op en loop naar de deur maar blijf onzeker staan omdat mijn benen zeer licht aanvoelen, het voelt of ze naar boven geduwd worden. Ik loop op wolkjes, lekker, maar het loopt vrij lastig en het voelt of de hele kamer scheef staat.

Een beeld in mijn hoofd van een onherkenbare kwaadaardige persoon (uit een film) zet me aan het denken, o.a. over de tv. Ik voel een bepaalde boosheid, vanwege alle rotzooi, onzin en ellende die ik toegang heb verleend tot mijn geest en mijn herinneringen. Het is gewoon zonde om die belachelijke zooi mee te slepen, maar ik zie geen manier om er definitief vanaf te komen. Het kan altijd terugkomen.

Even later pak ik mijn mp3-speler erbij. Het nummer Rasta Deep van Amiavi zorgt ervoor dat ik een niet te onderdrukken grijns op mijn gezicht krijg. Daarna speel ik met veel genot de albums Elementary Particles en Prima Materia van Bluetech af. Het nummer Mezzamorphic doop ik om tot briljant tripnummer. De muziek staat steeds te hard, dus zet ik het zachter en zachter totdat het niet meer zachter kan. Nog steeds vind ik het vrij hard. Ik kan alle minuscule geluiden perfect horen. Bepaalde geluiden raken mij lichamelijk op een manier die nieuw is voor mij (niet zoals een dikke bas die je duidelijk kunt voelen).

Ik schrik ineens van geluiden op de overloop. Mijn moeder gaat naar het toilet. Ik bedenk me dat ze misschien mijn kamerdeur plotseling open kan doen, omdat mijn licht nog aan is (gewoon om welterusten te zeggen). Een beetje paniekerig besluit ik om mijn licht uit te doen en af te wachten. In de duisternis brandt het rode lampje van mijn versterker. Deze verandert in een oog, een oog waaromheen ik een olifant fantaseer. De olifant is eerst boos, dan verdrietig.

Zo zonder licht voelt alles lang niet zo goed meer. Als ik denk dat mijn moeder weer slaapt, doe ik de lamp weer aan, deze keer half (het is een schemerlamp). Er komt een storend gezoem uit. Ook al hoor ik het bijna niet door de muziek, toch erger ik me er ontzettend aan; het lijkt alsof het gezoem diep in mijn hoofd doordringt. Ik wil de lamp niet voluit zetten omdat het licht zo fel is, maar weet wel dat het gezoem dan ophoudt (is altijd zo met die lamp). Ik los het op door mijn zonnebril op te zetten, maar deze verpest de sfeer, weg ermee dus.

Niets overtreft het zuivere licht. Meestal heb ik geen problemen met duisternis, maar ik begrijp ineens waarom duisternis negatief is en licht positief, waarom het slechte vaak met duisternis geassocieerd wordt en het goede met licht. Zo voelt het ook voor mij. Rond 3:00 heb ik genoeg van de muziek. Ik voel me tamelijk moe en redelijk nuchter: tijd om te slapen.

---
Nog wat opmerkingen:
*De visuals die ik beschreven heb, waren niet zeer gedetailleerd of overheersend maar met wat fantasie kon ik er van alles van maken, heerlijk.
*Het memoblaadje heb ik nog eens bekeken, maar het stelt niks voor; wat lelijke lijntjes enzo. Maar het was mooi om daar in op te gaan.
*Over de rotzooi in mijn herinneringen: dit heeft voornamelijk met de tv te maken, niet zozeer met persoonlijke ervaringen (ook wel een beetje). Ik kreeg ineens veel moeite met excessief geweld in films en slechte tv programma's in het algemeen; ik walgde er echt van. Ik ben er nog steeds wat gevoeliger voor (tv kijken doe ik sowieso al een tijd niet meer).
*Dat beeld van de olifant kan ik nu nog goed voor de geest halen. Hij was bedekt met allerlei versieringen en hij knielde. Het was heel droevig, omdat hij door de mens onderdrukt werd.
*Over licht en duisternis: dat was zo op het moment, achteraf bezien is zo'n onderscheid misschien zinloos. Ik zet er ook mijn vraagtekens bij. Tijdens deze trip was ik echter duidelijk een lichtliefhebber!
*De trip duurde ongeveer drie uur en was wel echt een trip, alleen een normale portie is toch weer wat anders. Ik had bijvoorbeeld het gevoel dat ik redelijk de controle kon houden over alles, er was minder chaos, en achteraf kan ik me de dingen beter herinneren. En toch zou ik zelfs zo'n lichte trip niet 'zomaar even' doen.

Re: [TvdM-april '07] Minder is meer: wat één paddestoel...

BerichtGeplaatst: za maart 05, 2011 7:54 pm
door Tripkonijn
Soms doe ik dat ook maar een paddo eten of soms een halve soms zijn de effecten ervan al verbluffend genoeg :D