Pagina 1 van 1

LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: ma maart 10, 2014 12:47 pm
door Anjuna
Dit verhaal is ook te lezen op mijn nieuwe site; http://www.paddoblog.nl

Zondagochtend, negen uur. Het warme zonlicht maakte me wakker. De eerste mooie dag van het jaar. De eerste dag waarop ik in korte broek en t-shirt de straat op zou kunnen. En dat op negen maart. De dag begon ook als een negen, maar ik wist dat de potentie tot tien er was. Ik smste mijn vriend M, ‘wakker worden dude, het is acid day!’ Ik begaf me naar de sportschool. Wat een heerlijk weer om in te wandelen. Ik had de zon in de rug en dacht aan de beloning die ik na het sporten zou krijgen; de zon in mijn gezicht.


Na het sporten belde ik M. Hij was bijna bij mijn huis. ‘Zullen we anders afspreken bij de supermarkt?’ ‘Oké, ik zie je daar.’ Ik fietste naar de supermarkt, dit keer weer met de zon in de rug. Bij de supermarkt zag ik M op me wachten. ‘Ik heb al de hele dag het gevoel dat het mijn verjaardag is. Het is zo’n mooi weer en ik werd wakker van je geweldige smsje.’ Zijn eerste zinnen van de dag dwongen mij er toe te lachen. Dit zou een fantastische trip gaan worden.

Thuis aangekomen namen we plaats op de banken in de tuin. Beiden dropten we een zegel LSD. Zo bitter had ik hem nog nooit geproefd. De tuin rook heerlijk. De rode luifel blokkeerde het grootste gedeelte van het felle zonlicht op de banken. We begonnen aan een potje Kolonisten van Catan met T en N. T is een vriend en huisgenoot. N is een vriend die op bezoek was. De zegel sloeg sneller in dan ik had verwacht. Al snel bleek dat we dit spel niet af zouden kunnen maken. Uiteindelijk kwamen we niet veel verder dan het begin.

Holy shit. Dit waren heftigere hallucinaties dan ik ooit eerder had gehad. Kleuren en vormen liepen door elkaar heen. Alles bewoog. Alles ontstond en verdween. Alles flikkerde alsof er met een stroboscoop op werd geschenen. M had hetzelfde. ‘Wat zien jullie?’ Vroeg G, mijn beste vriend die net de tuin in was komen lopen. ‘Wat zie ik niet?’ Antwoordde M.

M stond tegenover me in het gras het leek alsof hij aan het surfen was. Het spel van kleuren en lijnen was prachtig. Ik nam dezelfde surfende houding aan en ik voelde dat het aftasten was begonnen. De trip werd heftiger. We gingen naar mijn kamer. Het werd M allemaal teveel. Hij kon het niet bevatten. ‘Gaat dit nog acht uur door?’ Vroeg hij licht paniekerig. ‘Ik denk het wel man.’ ‘Pffff.’ Hij keek er diep vermoeid bij. En we waren nog geen uur aan het trippen.


Ik voelde me goed, maar ik zag er tegenop om de hele trip met een depressieve M te moeten handelen. Het was nota bene de eerste mooie dag van het jaar, en wij zaten binnen op mijn kamer. Ik had gedacht dat dit een stralende dag zou worden, maar M zag er uit alsof hij net uit een diepe winterslaap was ontwaakt en niet kon wachten tot hij weer in slaap zou vallen.

M ging naar de wc en ik zette muziek aan. ‘My girls’, van Animal Collective. Toen M terug kwam vroeg hij of er muziek aanstond. Ik gaf bevestigend antwoord op zijn vraag en zei dat ik dit nummer het beste bij de visuals vond passen. Tijdens de trip zou het zinnetje ‘With a little girl’ nog vaak door mijn hoofd flitsen. We keken door het raam naar de auto’s buiten. Alles wat bewoog droeg een soort spoor met zich mee, het was alsof onze ogen een langere sluitertijd hadden gekregen.


M zette muziek van Schubert aan. Hij liet me het geluid horen dat begint bij de negende minuut. Het geluid alsof er iets gaat gebeuren. Alsof er iets groots staat te wachten. Hij zei dat hij het geluid in de lucht voelde hangen. Ik wist precies wat hij bedoelde. Ik voelde hetzelfde. Het geluid van ruisende auto’s die langs reden versterkten het gevoel. Zij maakten het geluid van een aanloop. Het geluid van onheilspellendheid. Het geluid van een negen die een tien zou moeten zijn.

Ondertussen verliep ons contact uiterst moeizaam. We liepen onvoorstelbaar hard om elkaar heen te draaien. Op zoek naar het tevreden stellen van de ander en van onszelf. Maar het was onmogelijk om deze dingen tegelijkertijd te doen. Er moest iets uitgesproken worden, maar we konden beiden niet op de woorden komen. Soms dacht ik iets te weten, maar ik zweeg omdat ik wist dat de woorden alles erger zouden kunnen maken. We zaten vast. Onmogelijk vast. Een moeilijk moment. Ik zag geen uitweg. M ook niet. Ik wilde alleen zijn, maar ik durfde hem niet alleen te laten.

M keek me radeloos aan. Zoekend naar een antwoord van mijn kant. Ineens dacht ik het te zien. M was vereerd geweest. Hij had zich vanochtend vereerd gevoeld dat ik, de tripkoning, had voorgesteld om alleen met hem te gaan trippen. Ik bedacht dat ik hier het overwicht had. Ik moest mezelf in deze nieuwe rol zien te plaatsen. Ik moest de trip gaan leiden. Ik kon het niet. Ik had de regie in handen, maar ook ik zag geen uitweg. Ik maakte het duidelijk. Ik zag M’s wereld verder instorten. Hij nam die van mij mee. De spiraal zette zich voort.

We begonnen ons als debielen te gedragen. M’s fysieke gesteldheid ging er steeds verder op achteruit. Op dit moment leek het alsof hij net op was gestaan uit de dood en niet kon wachten om weer vermoord te worden. Ik zou het bijna voor hem willen doen. Hij kon nauwelijks nog lopen zonder om te vallen. Het had invloed op me. Ik begon me trashy te gedragen, om hem comfortabeler te laten voelen. Ik zei en deed domme dingen. Als me iets werd gevraagd gaf ik een raar antwoord, en ik probeerde me constant stoer te gedragen. Stoer en in de war. Als een tiener. Ik wist niet of ik het expres deed of per ongeluk, maar het bleef gebeuren. Plotseling was er even een helder moment.

‘Je moet het loslaten M, laat het gewoon op je afkomen en geniet er van. Je kan het.’
‘Jezus, is dit nou echt aan het gebeuren?’
‘Kom, laten we naar buiten gaan, lekker lopen.’
‘Ja is goed man, maar wat hebben we allemaal nodig?’
‘Niks, we gaan gewoon. Hier werkt het niet.’
‘Laten we eerst wat spullen gaan pakken.’
‘Oké, water. En een banaan. Hier. Kom, we gaan.’
‘Oké man, maar zullen we anders nog even binnen blijven?’
‘Goed, dat lijkt me beter ja.’
‘Volgens mij zitten we vast.’
‘Goed dat we nu in ieder geval weten dat we vastzitten.’
‘Yes, er is een ontwikkeling!’
‘Maar wat nu?’

We gingen weer naar beneden. Ik maakte lol met de andere jongens. Zodra M in de buurt kwam merkte ik dat de sfeer omsloeg. Ik voelde me met hem opgescheept. Ik dacht aan G. Hoe zal ik dit achteraf aan hem uitleggen? Hoe ga ik hem vanavond vertellen dat deze negatieve spiraal door M was gecreëerd, en dat het zeker niet aan mij lag? Ik betrapte mezelf erop dat ik deze gedachte hardop zei. ‘Ben ik nou tegen mijn eigen psycho gedachten aan het praten?’ Vroeg ik aan M. ‘Ja man’, antwoordde hij. Hij keek me doodsbang in mijn ogen. Nu was het echt uit de hand gelopen. Het moeilijke moment was ontwricht in een ruzie. De negen was een één geworden. Ik moest alleen zijn.


Boos en beschaamd rende ik de deur uit. M en mijn huisgenoten thuis achterlatend. Mijn beste vriend G kwam achter me aan. ‘S, wat ik er aan de hand?’ Ik probeerde de schijn op te houden. Ik vroeg me af of ik G hier nog buiten zou kunnen houden. Maar ik voelde dat het te laat was. M was een gemeenschappelijke vriend van ons. Ook G zat verweven in mijn web van leugens. Van negativiteit. Hij probeerde me te troosten. Op elke mogelijke manier. Leuke, oude herinneringen ophalen. Arme jongen, hij had nota bene een keiharde FMP kater. En ik luisterde niet eens. Ik was in gesprek met mezelf. In een onvoorstelbaar hoog tempo. Af en toe hardop. G merkte dat het goed mis was en de spiraal daalde nog dieper. Dit moeilijke moment zou mij zelfs mijn beste vriend gaan kosten. Een grote angst maakte zich meester van me, totaal overvallen door deze gedachte. Ik kon de schijn niet langer ophouden. De schijn waar ik blijkbaar altijd in had geleefd. Ik dacht aan de andere mensen in mijn leven.

Hoe moest ik dit uitleggen aan S, mijn vriend die niet durft te trippen omdat hij bang is. Hoe kon ik hem nu geen gelijk geven?

Hoe kon ik dit ooit verantwoorden tegenover T, mijn vriend die mij als een voorbeeld ziet? Wat was dit voorbeeld nu nog waard?

Ik dacht aan mijn ouders. Op hun zou ik altijd terug kunnen vallen. Mijn broertje en zusje. Mijn zusje zou zeker door hebben dat er iets aan de hand was. En ik weet hoe veel ze op me vertrouwt. Hopelijk levert het geen problemen op. Ik dacht aan M, het meisje waar ik verliefd op ben. Ze zit redelijk verwikkeld in mijn vriendenkring. Met haar zou het ook nog wel een lastig verhaal kunnen worden. En dus het allerergste; zelfs mijn relatie met G, mijn beste vriend, zou nooit meer hetzelfde zijn. Alles, zelfs alles wat ik tegenover hem altijd had gepretendeerd te zijn, was nep geweest. Het viel allemaal onder me vandaan. Ik hoorde G zuchten. Ik schaamde me diep.

Ik probeerde de situatie te analyseren. Ik was boos geweest op de luie, apathische, weinig initiatiefrijke kant van M. De kant die ervoor heeft gezorgd dat hij al drie studies niet heeft af kunnen maken. Misschien ook de kant die ik van mezelf liever niet wil zien. Ik weet dat M deze kant vaker heeft laten zien dan ik. Waarom moest hij deze kant tonen tijdens onze trip? Ik dacht dat hij me er mee had besmet.

Ik was boos geweest op mezelf. Nog steeds was ik boos op mezelf. Boos dat ik de trip niet had kunnen leiden. Boos dat ik M in de steek had gelaten omdat ik aan G dacht. Boos dat ik niet bereid was geweest om M te helpen. Boos dat ik mijn gemoedstoestand er zo door had laten beïnvloeden. Boos dat ik het compleet uit de hand had laten lopen. Ik had het zo ver uit de hand laten lopen dat het een ruzie was geworden. Niet eens een ruzie met M, maar een ruzie met mezelf. Zoals elke ruzie een ruzie met jezelf is. En aangezien ik mij als een tienermeisje gedroeg kon ik het gerust een bitchfight noemen.

Ik had M niet cool genoeg gevonden tijdens de trip. Ik dacht dat hij een negatieve invloed had. Ik dacht dat G mij minder cool zou vinden als ik een negatieve trip zou hebben. Ik dacht ook dat ik mezelf minder cool zou vinden als ik een negatieve trip zou hebben. Het grote probleem was dat M mij op deze gedachten had betrapt. Nee, het grote probleem was de gedachte zelf. Achteraf gezien was het goed dat M me op deze gedachte betrapte. Het was de bedoeling geweest. Het was het onderste steentje dat werd weggetrokken. Hierdoor was er voor mij geen weg meer terug. En omdat G een van de hoofdpersonen van dit probleem was, was er ook voor hem geen weg meer terug.


Telkens opnieuw ging ik het rijtje weer af. Waar was het begonnen? M wist dat ik slecht over hem dacht. Met hem had ik dus een probleem. Ik vergat dit steeds, dus elke keer als ik aan hem dacht ontdekte ik het opnieuw. Ik voelde me constant slecht, maar de reden openbaarde zich steeds weer, soms vanuit een ander beginpunt. En G dan, heb ik met hem een probleem? Hij zou er snel genoeg achter komen dat ik het slechte begin van de trip in mijn hoofd tegenover hem aan het verantwoorden was. Dat was namelijk de gedachte die ik hardop had uitgesproken tegen M. Een gedachte die blootlegde dat ik negatief over mezelf dacht ten opzichte van G. Ook met hem had ik dus een probleem. Een heel groot probleem. En een probleem met G, mijn beste vriend, zou betekenen dat ik met bijna al mijn vrienden een probleem heb. Dat zijn namelijk ook zijn vrienden. Ik heb mijn mond voorbij gepraat. Ik heb mezelf verraden. En nu gedraag ik me als een puber. Omdat ik mezelf onmogelijk nog een houding kan geven. Ik ben de lul.

G en ik liepen samen langs het water. Ik een paar meter voor hem. Soms leek het alsof ik ons van bovenaf zag. G liep rechtop. Knap, vermoeid en zoekende. Ik liep gebogen. Gekrenkt, radeloos en in paniek. Als hij naar me keek wendde ik mijn gezicht af. Ik wilde niet dat hij me zo zou zien, niet zo beschaamd. Dit moment zou de eeuwige machtsstrijd tussen ons voor altijd beslissen. G had hem glansrijk gewonnen. Vanaf nu was ik zijn bitch. Ik zou nooit meer tegenwicht aan hem bieden. Hij moest het alleen gaan doen, hij mocht de beslissingen gaan nemen, want ik was een leugen geweest.

Mijn hele gedachtegang lag bloot. Alle hokjes waar ik in dacht. De hokjes waar ik anderen en mezelf in plaatste. Ik zag het allemaal. Ik betrapte mezelf steeds weer op nieuwe hokjes. Het ergste was het moment dat ik erachter kwam dat ik ook mezelf nog altijd in een hokje plaatste. Het hokje van de vrije ziel. Bovendien dacht ik dat G deze hokjes nu ook kon zien. Ik dacht dat hij de gesprekken die ik in mijn hoofd had kon horen. Ik schaamde me rot.

Achteraf denk ik dat de hokjes onvermijdelijk zouden kunnen zijn. Het belangrijkste is dat je ze los kunt laten. Laat ze hun tijdelijke vorm aannemen. Pin je er nooit op vast.

Thuis aangekomen rende ik meteen naar mijn kamer. Ik wilde M niet zien. Mijn huisgenoten kwamen één voor één langs. ‘Wat is er aan de hand? M zei dat je zieke emoties had?’ ‘Ik weet niet wat er aan de hand is, ik weet het echt niet. Maar ik weet wel dat het heel erg fout zit. En ik ben bang dat het nooit meer goed gaat komen. Zou je me alleen willen laten?’ Ik keek door het raam naar buiten. Ik had kippenvel over heel mijn lichaam. Meer dan ooit voelde ik dat ik leefde. Ik voelde het in heel mijn lichaam, maar mijn geest leefde onder zware druk. Ik schonk al lang geen aandacht meer aan alle voorbij flitsende visuals. Ik kon alleen nog maar denken in termen van ‘stom’, ‘godver’, ‘ruzie’, ‘kanker’. De termen van een tienermeisje. Hoe kan ik me hier ooit nog uit redden?


Ruzie, godver, driftig, rotzooi, bah, oorlog, smerig. De woorden flitsten één voor een door mijn hoofd, om zich vervolgens weer te herhalen tot in de oneindigheid. Zenuwachtig peuterde ik in mijn neus en aan mijn nagels. Ik wist mezelf geen houding te geven. Ik voelde me een vieze bitch. Ik keek in de spiegel. Afgezien van de overdreven blos op mijn wangen zag ik er best goed uit. Gelukkig heb ik mijn mooie uiterlijk nog, dacht ik. Maar stiekem wist ik dat ook dat me niets meer waard was op dit moment. Mijn hele leven was zojuist als een kaartenhuis in elkaar gestort. Ik had mezelf verraden. Alles was een leugen geweest. Had ik nou zelfs mezelf al die tijd voor de gek gehouden? Ik schaamde me. Wat ben ik toch een vuile slet. Wie kan ik nu nog vertrouwen? Wie kan mij nu nog vertrouwen? Waar was dat vertrouwen überhaupt op gebaseerd? Al die tijd heb ik een spel met ze gespeeld. Ik had iedereen waar ik ze hebben wilde, inclusief mezelf. Maar het was allemaal gelogen. Een perfect opgezet theaterstuk met mij in de hoofdrol. Ik was een fantastische hoofdrolspeler. Tot aan het moment dat ik een fout maakte. Een moeilijk moment. Het moment ontketende een reeks van gebeurtenissen en de hele act was doorzien. Als het één niet klopt dan klopt het ander ook niet. Van het begin tot aan het eind. Tot op het moment dat je het kunt uitspreken. Het moment waarop je terug kunt kijken op de fout. En samen kan zeggen; ‘ja, daar ging het fout.’ Dan is het moeilijke moment overwonnen. Dan is de negen een tien geworden. Een negen is hetzelfde als een één, want het is geen tien. Maar er is er ook maar maar één voor nodig om de negen van een tien af te houden.

Kijkend uit het raam probeerde ik de situatie tegenover mezelf te verantwoorden. Zoals ik altijd alles aan mezelf probeer te verantwoorden. ‘Het kan toch gebeuren dat je even niet op één lijn met iemand zit?’ Dacht ik. Ja, dat kan. ‘Het kan toch gebeuren dat je even niet op één lijn met iemand zit en dat het een beetje uit de hand loopt? Dat heeft iedereen toch wel eens? Dat is toch menselijk?’ Ja, dat klopte. ‘Het kan toch gebeuren dat je even niet op één lijn met iemand zit en dat het volledig uit de hand loopt en je verandert in een huilend tienermeisje?’ Wacht eens even… Nee, dat kan toch niet? Ik moet wel gek zijn geworden.

Ik hoorde ze beneden lachen. Ik kon wel raden waar ze het over hadden. ‘Hahaha, die S, de zelfbenoemde tripkoning, hij is verandert in een tienermeisje tijdens zijn LSD trip. Hahaha, wat een sukkel! Ik dacht een lichte opwinding te bespeuren. Zelfs S kan ten onder gaan. Ik had het idee dat het ze een gevoel van macht gaf. Een groter vertrouwen in hun eigen gelijk ten opzichte van dat van mij. Niet dat het er veel toe deed. Ik voelde me ongelooflijk stom. Ik dacht alles over LSD gelezen te hebben, maar dat je er van in een vrouwelijke puber kan veranderen had ik niet voor mogelijk geacht. Ik vond dat mijn kleren bij de situatie pasten. Ik ging onder mijn dekens liggen. Naast me lag een trashy zonnebril die M niet op had willen zetten. Aan mijn kast hing een zacht knuffelhartje. Op mijn deur een poster van Justin Bieber – no joke. Mij vrienden gaven me die ooit omdat ik op dat moment op hem geleken zou hebben. Maar ik wist dat het enige waar ik ooit op had geleken een zielig jong meisje was.

T was beneden piano aan het spelen. Ik vroeg me af of hij het deed om zichzelf of om mij te troosten. Het was een schrale troost. Ik kauwde op een droge krentenbol. Ik wist niet waarom. Het was niet lekker. Volgens mij probeerde ik mijn emoties weg te eten, iets wat ik waarschijnlijk nog nooit had gedaan. G kwam nog een keer naar me toe. Ik merkte dat ook hij nu in tienertermen begon te praten. Waar hij me eerst gewoon had gevraagd wat er aan de hand was en ik van hem het advies kreeg om alles los te laten, vroeg hij me nu wat er nou zo stom was. Waarom ik stom deed. Ik voelde me er nog kleiner door. G ging weer naar beneden.

M kwam mijn kamer binnen. ‘Hey man, wat is nou het probleem?’ ‘Ik weet het niet, maar het is zo ontzettend uit de hand gelopen.’ Ik zat er onbeholpen bij. M zag er ondertussen een stuk beter uit. ‘Zet anders even een mooi muziekje op, een muziekje dat goed bij dit moment en je moeilijke emoties past.’ Zei hij treiterend. Ik wist dat hij me door had. Mijn schaamte werd groter dan hij al was. ‘Kijk, ik heb beneden een tekening gemaakt van onze trip, snap je het een beetje?’ Snauwend liet M me een blaadje met stomme gekraste lijnen zien. Ik kreeg alles recht in mijn gezicht geworpen en ik accepteerde het. Het was mijn welverdiende lot.

Ik zocht toenadering. Ik deed een poging om het gesprek aan te gaan. Tot mijn verbazing en geluk merkte ik dat M hier niet onwelwillend tegenover stond. Hoewel ik er een minuut geleden nog volledig anders over dacht, voelde ik nu een oprechte bereidheid van zijn kant om dit uit te spreken. Het lukte. Binnen een paar zinnen waren we klaar. Ik vertelde hem over mijn eerdere analyse.


We praten over dominantie en ondergeschiktheid.In het dagelijks leven bevindt ik me zelden in een dominante positie. Waarschijnlijk net zo zelden als in een ondergeschikte.Tijdens het trippen neem ik vaak een dominante rol aan. Voor mij is het soms lastig om mijn weg daarin te vinden. Voor anderen is het lastig om het te ondergaan. Het kan lijden tot een bitchfight. Maar ik heb weinig keus.

We spraken over onze persoonlijkheden. Onze persoonlijkheden die zoveel op elkaar lijken dat we vaak weinig woorden nodig hebben. Zo zeer, dat we ook geen woorden hebben voor de dingen waarin we niet op elkaar lijken. De dingen die onze relatie altijd in de weg hebben gezeten. Maar al die dingen zijn nu uitgesproken. Allemaal door deze intense bitchfight.

We moesten keihard lachen. We knuffelden elkaar. We lachten nog harder. We knuffelden weer met elkaar. ‘Wat the fuck is er net gebeurd? Een half uur geleden was ik een boze tiener, en nu voel ik me beter dan ooit!’ ‘Hoe snel kan het gaan?’ We konden niet meer stoppen met lachen. De huisgenoten kwamen kijken. ‘Jongens, het is uitgesproken, hahaha!’ Ze keken ons allemaal verbaasd aan. Ze begrepen er niets van. Een uur geleden namen ze deel aan de meest meedogenloze bitchfight. En nu stonden M en ik hier in elkaars armen. Het bracht hen tot dezelfde conclusie; we waren compleet geflipt. Wij waren blij. De negen was naar een één gegaan om uiteindelijk een tien te kunnen worden!


Terwijl onze ruzie werd beslecht kwam ook de trip tot rust. De visuals waren tijdens het uitpraten vrij abrupt verdwenen. Slechts enkele groen-roze glitters resteerden. We gingen wat eten. Volkorenwraps met gerookte zalm, avocado, tomaat en verse spinazie. Aanrader! M kwam op het idee om een bruin café op te zoeken, om onder het genot van een biertje op deze trip terug te kijken en nog meer te lachen. Ik drink tegenwoordig nog zelden, maar dit klonk als een geweldig idee. Er stond ons echter eerst nog iets anders te wachten.

We liepen samen de routes die we buiten hadden gelopen toen we boos en verdrietig waren. Ik hoorde dat M met T was naar het park was gegaan, toen ik met G langs het water had gelopen. We genoten van prachtige uitzichten en maakten foto’s. Eerst in het park, toen langs het water. Een vrouw sprak ons aan. ‘Jongens, hebben jullie mijn dochter gezien? Ze was hier in de buurt aan het hardlopen, maar ik ben haar kwijt.’ Ze begon te huilen. Op dat moment werd de vrouw gebeld. Ze lichtte op. Het was haar dochter. Blij namen we afscheid. We liepen verder. Onder een tunneltje maakten we wat trashy bitch foto’s van onszelf bij met graffiti volgespoten muren.

‘Haha, kijk ze daar foto’s maken’

Ik zag een groepje jongens en meisjes, zeker niet ouder dan veertien jaar, naar ons lachen en wijzen vanaf een bankje naast het tunneltje. Ik besloot naar ze toe te lopen.

‘Hey jongens, alles goed?’
‘Ja, ja.’
‘Oke rustig aan.’
‘Hey meneer hoezo vroeg je alles goed?’
‘Ja gewoon, alles goed?’
‘Ja, alles goed ja.’

M en ik liepen verder.

‘Ik heb nog nooit zo ziek het gevoel gehad iets overwonnen te hebben.’
‘Wat, dat met die jongens net?’
‘Nee, deze hele trip.’
‘Ooh, het was wel mooi geweest als de hele trip in dat moment met die jongens was samengevat.’
‘Haha, ja.’

Achteraf weet ik waar onze trip naar toe werkte; het gevoel van ‘ik geloof dat jij gelooft dat alles goed is.’ Het is de fijnste gedachte die een mens kan hebben. Nu is alles helder en zijn er geen geheimen meer.


-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Fietsen was heerlijk. Het biertje smaakte heerlijk. Op de weg naar huis roken we een wietlucht. Het leidde ons naar de coffeshop. We haalden een gram ‘relaxed’ en gingen huiswaarts. Ik houd de laatste jaren niet meer zo van blowen, ik doe het nog zelden, maar ook de wiet was nu heerlijk. Ik kwam erachter dat mijn alter ego de tienerbitch zo af en toe nog wel eens tevoorschijn zal gaan komen. Hopelijk zonder issues.

’s Nachts heb ik nog enkele teksten en gedichten geschreven.


Geloven is wat de mens van het dier onderscheidt
Als je gelooft dat het slecht is, is het slecht
Als je gelooft dat het goed is, is het goed
Wat zeker is, is dat het is


Je bent je eigen psycholoog
LSD is je gereedschap
Het is alles wat je nodig hebt
Gebruik het goed


Alle goede dingen lijken eerst eng
Anders was het leven veel te makkelijk geweest
Dat is de uitdaging
Dat is het gene dat je in leven houdt

Soms denk ik dat ik klaar ben
Maar ik ben niet klaar
Als ik dood ben
Dan ben ik klaar

Daarvoor moet ik blijven overwinnen
Grote of kleine stappen
Tot ik uiteindelijk
De dood heb overwonnen


Ik heb veel meer respect voor tienermeisjes gekregen
Ik weet precies hoe ze zich voelen
Je weet niet op wie je moet vertrouwen
Volwassen zijn is op jezelf vertrouwen


GROOT GELIJK

Eigentijds
Onvermoeid en eigenwijs
Hij is wijs
En misschien ook wel niet goed wijs
Zeker en vast nog lang niet grijs
Hij lacht breder dan zijn eigen grijns
Groot gelijk
Want dit is zijn tijd

Geen tijd van spijt
Maar van vreugde en van blijheid

Geen tijd van verwijt
Maar van vermaak en van vrijheid

Geen tijd van afscheid
Maar van welkom en van kom maar ik heb alle tijd

Geen tijd van vaagheid
Maar van eerlijkheid en waarheid

Geen tijd van onverschilligheid
Maar van oprechtheid en puurheid

Geen tijd van moeilijkhijd
Maar van simpel en eenvoudigheid

Geen tijd van schijt
Maar een tijd van pracht en van schoonheid

Geen tijd van leeftijd
Maar van oneindigheid en eeuwigheid

Geen tijd van snelheid
Althans soms is daar de snelheid
Maar bovenal rustig en gezondheid

Geen tijd van strijd
Maar van liefde en van tederheid

Geen tijd van lusteloosheid
Maar van creativiteit
Van oneindig schrijven
Tot het verdwijnt

Geen tijd van onzekerheid
Maar van onoverwinnelijkheid

Geen tijd van eenzaamheid
Maar van zoenen en verliefdheid

Geen tijd van verwendheid
Maar van verlangen en van geilheid

Geen tijd van angstigheid
Maar van geborgenheid en veiligheid

Geen tijd van twijfel, van wedstrijd en van boosheid
Maar van verleiding, bekendheid en gezelligheid

Geen tijd van afwezigheid
Maar van saamhorigheid tezijnertijd
Vriendelijkheid en bereidheid tot positiviteit
Verspreid het naar de gehele mensheid

Ik weet dat je het begrijpt
Het gevoel na een bitchfight


DE KEUZE

Ja of nee
Het begin van het begin
Het ontstaan van het ontstaan
Zonder leugen geen leven

Hoe goed ik het ook altijd denk te weten
Er zijn grote krachten aan het spelen
Waar ik geen invloed op heb
Die mij er toe dwingen om te leven


STILLEVEN

Ik ben bang te vergeten
Hoe heet het verleden?
Stilleven
Ik weet het

Versneden vervreemding
Steeds meer verweven
Op het scherp van de snede
Verandert het ene

Begin met beginnen
Verander de zinnen
Want andere zinnen
Verzinnen vriendinnen

Het kan verkeren

Re: Paddo's - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: ma maart 10, 2014 1:43 pm
door Vinz
Mooi report, mooie gedichten :wub:

Anjuna schreef:G en ik liepen samen langs het water.

Anjuna schreef:Zodra M in de buurt kwam merkte ik dat de sfeer omsloeg. Ik voelde me met hem opgescheept. Ik dacht aan G.

Hier had ik een binnenpretje om :#:

Re: Paddo's - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: ma maart 10, 2014 2:51 pm
door Vinnie
Langste report die ik ooit gelezen heb, ook interesant en kan mss fouten van toekomstigr trips voorkomen.
Alleen zou ik me wat minder druk maken om wat mensen van mij denken

Re: Paddo's - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: ma maart 10, 2014 3:33 pm
door Anjuna
voldie schreef:Langste report die ik ooit gelezen heb, ook interesant en kan mss fouten van toekomstigr trips voorkomen.
Alleen zou ik me wat minder druk maken om wat mensen van mij denken

Ik maak me daar meestal ook niet zo druk om. Een les die ik lang geleden al heb geleerd. Het hele probleem was dat ik erachter kwam dat ik me er blijkbaar toch soms nog druk om maak. Ik denk dat iedereen dat (onbewust) wel eens doet. Nu heb ik daar weer een deel van bewust gemaakt.

Re: LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: ma maart 10, 2014 4:00 pm
door Prototype
Mooi report!
Toch apart dat van zo iets kleins je hele trip om kan slaan, en dat het vervolgens door weer iets kleins weer goed gaat :P

Re: Paddo's - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: ma maart 10, 2014 4:03 pm
door Vinnie
Anjuna schreef:
voldie schreef:Langste report die ik ooit gelezen heb, ook interesant en kan mss fouten van toekomstigr trips voorkomen.
Alleen zou ik me wat minder druk maken om wat mensen van mij denken

Ik maak me daar meestal ook niet zo druk om. Een les die ik lang geleden al heb geleerd. Het hele probleem was dat ik erachter kwam dat ik me er blijkbaar toch soms nog druk om maak. Ik denk dat iedereen dat (onbewust) wel eens doet. Nu heb ik daar weer een deel van bewust gemaakt.


okay , in principe boeit iedereen het wel een beetje wat anderen van je denken

Re: LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: ma maart 10, 2014 6:53 pm
door yip yip
Je hebt een flinke reis gemaakt met de paranoia express, mooi beschreven. Ik voelde plaatsvervangende onmacht bij de pijnlijke momenten. Het malen over de meeste onnozele zaken en allerlei bizarre veronderstellingen maken die nuchter in een heel ander licht staan zijn zeer herkenbare tripgedachten. Beetje zonde van de mooie dag, maar gelukkig is alles goed gekomen. Wat betreft die volkoren wrap: :hulde:

Re: LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: ma maart 10, 2014 7:48 pm
door kaasje
Mooi report, heb zelf ook eens een soortgelijke trip meegemaakt.

Re: LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: vr apr 25, 2014 11:39 am
door w00t
Mooi report! Ik heb zelf nog nooit LSD geprobeerd maar het staat op de agenda.. Maaruhm je omschrijft een bittere zegel, is LSD niet smakeloos?

Re: LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: vr apr 25, 2014 1:10 pm
door Anjuna
De zegels die ik heb gehad waren niet smakeloos. Zeker deze sterke zegel had een heel aanwezige smaak.

Re: LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: vr apr 25, 2014 6:29 pm
door Vinnie
maar het is niet de lsd die die smaakt geeft toch?

Re: LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: vr apr 25, 2014 6:56 pm
door Anjuna
Geen idee! Iemand die hier meer over weet?

Re: LSD - B1tchfi9ht

BerichtGeplaatst: vr apr 25, 2014 9:17 pm
door Fret
Spoiler! :
One morning, a couple of weeks later, I took a small, double-ended vial to Burt in his analytical lab down the hall, and asked him to please weigh out for me a small quantity of material into a separate container. The actual amount was not important, a few milligrams; what was important was that I wanted the weight accurate to four places. He disappeared for a few minutes, then reappeared with the vial I had given him and also a weighing container holding a small amount of an almost white powder.
"Here is 3.032 milligrams, exactly," he said, adding, "And it's slightly bitter."

"How do you know?" asked I.

"After I weighed out the psilocybin, there was a trace of dust on the spatula, so I licked it off. Slightly bitter."

I asked him, "Did you read the label carefully?"

"It's the vial of psilocybin you just received, isn't it?" he asked, looking at the funny-shaped tube still in his hand. He read the label. It said Lysergide. He said, "Oh."

We spent the next several minutes trying to reconstruct just how much LSD might have been on the end of the spatula, and decided that it was probably not more than a few score micrograms. But a few score micrograms can be pretty effective, especially in a curious but conservative analytical chemist who is totally drug naive.

"Well," I said to him, "This should damned well be a fascinating day."

And indeed it was. The first effects were clearly noted in about twenty minutes, and during the transition stage that took place over the following minutes, we wandered outside and walked around the pilot plant behind the main laboratory building. It was a completely joyful day for Burt. Every trivial thing had a magical quality. The stainless steel Pfaudler reactors were giant ripe melons about to be harvested; the brightly colored steam and chemical pipes were avant-garde spaghetti with appropriate smells, and the engineers wandering about were chefs preparing a royal banquet. No threats anywhere, simply hilarious entertainment. We wandered everywhere else on the grounds, but the theme of food and its sensory rewards continued to be the leitmotif of the day.

In the late afternoon, Burt said he was substantially back to the real world, but when I asked him if he thought he could drive, he admitted that it would probably be wise to wait a bit longer. By 5:00 PM, he seemed to be happily back together again, and after a trial run -- a sort of figure-eight in the almost empty parking lot -- he embarked on his short drive home.

Burt never again, to my knowledge, participated in any form of personal drug investigation, but he maintained a close and intimate interest in my research and was always appreciative of the slowly evolving picture of the delicate balance between chemical structure and pharmacological action, which I continued to share with him while I remained at Dole.

One periodically hears some lecturer holding forth on the subject of psychedelic drugs, and you may hear him give voice to that old rubric that LSD is an odorless, colorless and tasteless drug. Don't believe it. Odorless yes, and colorless when completely pure, yes, but tasteless, no. It is slightly bitter.

Uit Pihkal