Pagina 1 van 1

Hollandia: Regenbogen, snotskommers en Het Niets

BerichtGeplaatst: za jun 21, 2014 5:42 pm
door Fennec
Wat: 10gr. Hollandia, later nog 8gr.
Waar: Thuis, in een tent en in de tuin.
Wie: Ik en Zwoele Beer
Tripzitter: Zwoele Beer, soort van.

Warning: Lang :roll2:

De deal:
Mijn ouders weten dat Zwoele Beer en ik experimenteren met wiet en psychedelica. Naar hun weten hadden we alleen nog nooit truffels gebruikt, mijn vorige trip bewijst toch echt het tegendeel, maar het probleem was, dat ze wel wisten dat ik het gekocht had. Ze waren dus nog in de veronderstelling dat de truffels nog netjes in hun doosje in de koelkast lagen… No de vorige trip hadden we dus vrij snel al weer nieuwe gekocht.
Vandaag mochten we trippen, maar thuis, en mijn moeder wou ons niet zien (die houdt niet van mensen die vrijwillig hun controle verliezen). Ik kwam dus met het idee om een tent op te zetten. Daar kon iedereen zich in vinden, maar met de deal dat mijn pa soms zou komen kijken. Well, Fine…

Pre-trip:
Het was twee uur ‘s middags, de zon stond hoog aan de blauwe lucht en Zwoele Beer en ik voelden ons happy en vol met enthousiasme klaar om ons te gooien in de diepte die Hollandia voor ons creëren zou. Maar eerst toch maar even de tent opzetten.
Toen de tent eindelijk stond hebben Zwoele Beer en ik ons volgepropt met nasi, nou ja, vooral hij. Ik had niet zo’n honger. Achteraf was dat maar goed ook, hihi.
Al vol met nasi hebben we dekens, (twee gewone en twee fleecedekens), kussens (een stuk of tien), een fleecebadjas van mij en twee vesten (eentje van hem, eentje van mij) en een twijfelaarsmatras (1,5persoons matras) naar de tent verhuisd. Samen met lampjes die van kleur veranderen ( een klein plastic konijntje en een kinderlijke staf met sprietjes die aan de uiteinden licht geven) en tekenspul, natuurlijk muziek, en lekkers (ananas, aardbeien, yoghurtgummies, sinaasappelsap en Fristy).
Nog even wachten tot de nasi gezakt was en de mobieltjes opgeladen, en dan konden we beginnen!
“Maar als we het zo al gaan eten,” zei Zwoele Beer op nadenkende toon, “dan kunnen we de mobieltjes toch ook pas pakken als we het gegeten hebben? Dan zijn ze nog verder opgeladen.”
Hij kon soms zo slim zijn. We zijn dus begonnen met eten.

De trip:
Ik wist dat ik straks ging trippen en was super vrolijk met die wetenschap. Beide zijn we na het eten het huis in gegaan om beide nog even naar de wc te gaan; hij beneden en ik boven. Omdat ik boven naar het toilet ging nam ik gelijk onze mobieltjes mee naar beneden. Beneden moest ik nog even op Zwoele Beer wachten.
Samen met een pak sinaasappelsap zijn we terug gekeerd naar de tuin. Daar hebben we mijn iPod aangesloten op een boxje van mij en genoten van de muziek; ik in een badjas en hij lekker in zijn eigen vest. Lekker een beetje dansen en genieten van de naweeën van het mooie weer van die dag. Langzaam voelde ik me alsof ik opgetild werd, steeds vrolijker en lichter. Ik begon een beetje melig te worden en moest vaak vanbinnen lachen, maar liet dat nog niet merken, want ik zag dat Beertje naast mij nog niets merkte. Het werd alleen steeds moeilijker om het binnen te houden; ik begon HD te zien en de wereld werd gewoon steeds leuker. Gelukkig begon vriendje lief toen ook al zijn filters te vergeten en gooide regelmatig zinnen naar buiten die ik niet meer begreep. Ik zei niet zo veel, maar moest toch wel veel glimlachen en soms een beetje gniffelen. Zwoele Beer daarin tegen stopte niet met praten, wat grappig is omdat het normaal gesproken andersom is. Ik heb dit nog geprobeerd uit te leggen aan die praatjesmaker naast mij, maar die keek me toen aan met glazige schaapachtige oogjes, dat ik zeker weet dat hij het toen niet begreep en het toen maar weer opgaf. En dan ben ik Miss Muts, but fine, hij is leuk. Ik gooide dus maar weer de kraag van mijn badjas weer in mijn gezicht, dit was waarschijnlijk al de 20ste keer… Het was ook zo mal zacht!

Meneer was sinaasappelsap naar binnen aan het gieten alsof hij maanden niets beters gehad heeft en nodig vocht nodig had, na mij een slok aangeboden ging dan ook het pak triomfantelijk over de schouder heen. Hij keek me aan met een kinderlijk vrolijke blik en zei net zo vrolijk: “Leuk hé?!” en gniffelde lekker verder. Hij ging liggen.
Ik geloof dat ik daarna naast hem ben gaan liggen en dat ik toen begon te merken wat de truffels met me deden. Ik weet nog dat de HD-vision toen op zijn sterkst was; wanneer ik scherp stelde op Blondie naast mij zag ik de struiken achter hem ook duidelijk, waardoor ik eerst dacht dat er een boom uit zijn oor groeide. Helaas was dit niet het geval, dat zou wel episch zijn geweest.
Op dit moment was Meneer gaan zitten, ik lag nog steeds in het gras en luisterde naar de muziek. Ik was toen heel erg content en vrij rustig. De HD-vision hield me aardig bezig en liet me de wereld van een andere kant zien.

Ineens rende hij het hekje achter in de tuin uit; naar het kleine slootje achter mijn huis, waar achter zich een weiland bevond wat mooi aan het bloeien was. Een leuke licht groene gloed kwam er vanaf, allemaal jonge plantjes in de bloei van hun leven, wat leuk moet dat –Wraaagh!!
Wat de…?
Wraaagh!
Zwoele beer ging over zijn nek, wat de hel? Ik ben dus maar naar hem toe gelopen en ben tegen het hek aan gaan leunen. Al strelend over zijn rug keek ik naar de ondergaande zon, wat was dat ook mooi! Zou het leuk zijn als zon? Je bent wel alleen, maar je maakt wel iedereen warm en vrolijk. Misschien zou je wel niet alleen zijn, en wonen er zonnemensjes binnen in je. Oh dat zou- “Ga maar weer liggen het gaat wel.”
Weg zonnemensjes, hallo blauwe vlek van het staren richting de zon…
“Wat zei je?”
“Het gaat wel ga maar weer liggen.”
“Zou ik even water halen?”
“Als je dat zou willen doen…”
Ik huppelde richting het huis. De achterdeur komt gelijk op de keuken uit. Ik heb daar een paar lades open getrokken opzoek naar een fles die ik kon vullen met water. Eerste la: nop, ooeh een spatel! Wapper, wapper, nah doet niet zo veel…
La twee: geen fles, oeh iets roze, wtf? “Nee, geen fles, zoek fles”
“Oh ja”
“Fennek, wat doe je?” (ze gebruikte eigenlijk mijn echte naam, maar voor t idee) oeps, mama zat natuurlijk nog op de bank…
“Euh, ik zoek een fles, voor water, we hebben dorst”
“Oh”
Ik rende naar boven, ik wist zeker dat ik daar een fles had liggen. En jawel hoor, ik rende mijn kamer in en vond gelijk eentje. Weer een sprintje naar beneden, op naar de kraan! Wauw wat was dit leuk: ik op een quest, ik voelde me echt super vrolijk dat het me in een keer lukte! Wat zou Zwoele Beer trots zijn!
Beneden vulde ik de fles met water.
“En, voel je al wat?”
“Mwa, een beetje vrolijk” oh, wauw, ik loog tegen mijn moeder! Ik ben zo stiekem! En wat vind ik dit leuk!! :kleuter:
Ik huppelde weer terug naar het achterste stuk van de tuin. Zwoele Beer stond nog steeds achter het hekje, wat een weirdo! Ik ben toch zeker tien minuten weg geweest, het is toch veel te zonde om zo lang op één en de zelfde plek te blijven staan als je toch bijna de hele wereld tot je beschikking had? Nou ja, hij wordt er vast vrolijk van (van overgeven? Juist Fennek…), dan is het goed. Acceptatie.
“Hier, water.”
“Dank je.”

Ik hing weer over het hek heen, kijkend naar de ondergaande zon die een regenboog over het land uitsmeerde en over de lucht. Het weiland achter mijn huis had nog steeds die licht groene gloed. Ik verdween weer langzaam in die mooi gekleurde wereld, tot ik door kreeg wat Zwoele Beer aan het doen was: hij goot water in zijn hand en smeerde dat over zijn gezicht…
“Je kunt het ook gewoon drinken, hé?”
“Wat zei je?”
“Drink gewoon.”
Ik weet zeker dat hij geantwoord heeft, maar ik heb er niet echt iets van opgeslagen… Iets als “doe ik zo wel.” Zou het wel geweest zijn. Ik dacht daarna namelijk ‘nou ja, ieder zijn hobby.’

Gevoelsmatig heb ik toen een kwartier gekeken naar de lucht met Zwoele Beer voor mij, maar dat zou het wel niet geweest zijn. Niet lang erna is hij namelijk richting het huis vertrokken, om de fles opnieuw te vullen denk ik, ik weet het niet, ik wist het niet en het deed me ook niets.
Ik heb toen het nummer Jolene van Miley Cyrus opgezet, en ben hard mee gaan zingen. Ik hoop maar dat het niet vals was! Maar toen interesseerde het mij niet, alles was zo grandioos vrolijk, intens en euforisch. Ik had ook echt het idee dat er niemand anders was dan ik op dat moment. Ik heb het richting de zon gezongen for no good reason. De zon was mijn Jolene, want op dat moment best logisch was, achteraf een beetje mentaal instabiel, maar creatief.

Toen bedacht ik me dat die grote beer waar ik mee aan het trippen was, naar binnen was vertrokken om even later weer terug te komen in de tuin. Ik wou niet dat hij mij zo tegen zou komen; hij zou zicht bescheuren! Ik ben toen maar lief op de grond gaan zitten, nog steeds hard mee zingende. Net op dat moment kwam hij ook terug, net op tijd gaan zitten dus. Toen hij naar me keek kreeg hij een leuke grijns op zijn gezicht, oh god, wat was hij ook mooi!

Wat er toen precies gebeurde weet ik niet meer, even later lagen we weer naast elkaar op de grond. Toen begon mijn trip pas echt. Toen ik ben gaan liggen en naar de blauwe, wolkeloze lucht begon te kijken, veranderde deze steeds van kleur, met een rare golfbeweging en met rare rondachtige vlekjes. Het was zo mooi! De pastel tinten roze, paars en licht blauw kwamen steeds voorbij, en soms even pastel rood. De rondjes hadden een soort van kruis gevormd en bewogen steeds naar elkaar toe, om vervolgens weer van elkaar af te zweven. Wat geweldig! Ik had het er helemaal geen moeite mee, ik keen gewoon mijn ogen uit naar het schouwspel wat zich boven mij bevond, maar blijkbaar dacht mijn gezicht daar anders over. Volgens vriendje lief heb ik hele moeilijke gezichten getrokken en hij vroeg dan ook regelmatig naar wat ik zag. Ik probeerde het te verwoorden, maar dat lukte me nooit…

“Haido!”
Ik keek om naar achter, mijn pa kwam er aan! Verdomme! Help! En wat de…?!
“Hij heeft een boomstam bij zich! :shock: ” riep ik in lichte paniek op fluistertoon naar het geval naast mij.
“Wat?!” hij lachte zich rot en keek om, dood serieus ging hij verder: “Oh wauw, hij heeft er echt eentje bij zich…”
Mijn pa voegde zich inderdaad bij ons en ging zitten op de boomstam die hij bij zicht had. Tevreden ging hij een sigaretje draaien. Meteen begin hij te praten over de meest serieuze dingen, ‘ik kan dit niet aaaaan!’ dacht ik, nog steeds te vrolijk en moest bijna weer lachen om mijzelf. Ik zag het al helemaal voor mij: een dochten van 18 die samen met haar vriend van 19 op de grond ligt, zichzelf zeer content heeft opgerold in een badjas, met deze nog steeds met enige regelmaat haar wangen in duwde en heftig aan het proberen was niet zo high als de dansende wolken boven haar over te komen. Wat was dat een opgave! Logisch dat ik niet reageerde op de woorden die zij gebruikten, logisch dat ik niet opsloeg waar de hell ze het überhaupt over hadden (vaporizers volgens mij).

Ik keek naar de rook die mijn pa uitblies, het zag er uit als een 2D rookwolkje wat je zien bij die Japanse of Chinese tekenfilms. Weer een ingehouden lach.
“Ga maar weer naar de lucht staren, daar word je vast rustig van.” Zei Fennek tegen Tijgertje (mijn alter ego van die avond)
“Slim!” beaamde Tijgertje.
Ik staarde weer naar de lucht. Ondertussen had zich een zwerm vliegjes of mugjes of weet ik wat, in elk geval iets met vleugels wat ze kon gebruiken, boven mijn hoofd gevormd.
“Oeh! Vliegjes!” Tijgertje vond dit geweldig leuk :kleuter: . En de vliegen blijkbaar ook want die begonnen spontaan rondjes te vliegen. Een vlieggeval begon zelfs rondjes van rechts naar links te maken, om vervolgens weer in een rechte lijk terug te keren naar zijn begin punt en het hele spektakel te herhalen.
Tijgertje begon zo hard met lachen, maar van Fennek (de net iets slimmere en nuchtere knuffeldoos) mocht dat niet. Dus maar weer inmijn warme, roze binnenste stuk gaan. Ik keek Zwoele beer aan met een “Help” in mijn blik, althans dat denk ik. Dat wou ik.
We hadden even oog contact, maar ik weet niet meer wat er toen gebeurde.
Ik keek even naar pa, achter hem verscheen een bliksemschicht en gelijk daarna vloog er een ooievaar langs. Die bliksem was nep, dat wist ik zeker, maar ik durfde er geld op te zetten dat die ooievaar toch echt bestond en ook echt langs was gevlogen. Later kreeg ik van Zwoele Beer te horen dat dit toch echt niet het geval was, dus het zal wel een leuk hersenspinsel zijn geweest. Ook prima!
Gelukkig is pa na enige tijd, als je het mij vraag een kwartier, maar dat zal wel niet, weer vertrokken en kon ik in alle rust verder trippen. Van te voren dacht ik dat ik er niet zo veel moeite mee zou hebben als hij soms langs kwam, maar het bleek een beste buzzkill te zijn.
Ik heb het nuchtere geval naast mij verteld over de vliegen waar we toen samen nog enige tijd naar hebben gekeken en om hebben moeten lachen.
Mijn binnenste was warm en roze, wij waren content en de lucht smaakte naar zuurstokken met mind smaak, alles was helemaal goed en super chill. Door Zwoele beer werden Fennek en Tijgertje mee gesleurd de tent in. Rond deze tijd werd ‘ik’ vervangen door Fennek en Tijgertje, en dus ‘wij’, een beetje koninklijk meervoud, of zoiets.
Ik praatte de hele tijd vanuit de wij-vorm, wat ik ook echt niet meer kon stoppen. Ik heb toen ook een paar keer gezegd dat ik me voelde als Gollum uit Lord of the Rings. Ik heb ook regelmatig echte gesprekken met mijzelf gehad. Fennek was de iets meer slimme, en soort van volwassene, terwijl Tijgertje lekker roekeloos bezig was en zijn motoriek niet meer onder controle had.
Verder heb ik echt geen idee meer wat er in die tent is gebeurd, we hebben kussens geknuffeld en ik heb vast vaak mijn hoofd begraven in kussens en dekens.

Tijgertje: Ik moet naar de wc..
Fennek: Ga dan.
Tijgertje: Hoe dan?
Fennek: Beweeg iets!
Tijgertje: Ik heb niet onder controle, help dan!
Fennek: Nee
Ik: Ik moet naar de wc
Tijgertje: dat zei ik toch net!
Zwoele Beer: Euhm, dan moet je gaan.
Fennek: Dat zei ik je…
Tijgertje: Dat je dat net zei, daar heb ik toch nu geen zak meer aan!
Ik: Ik weet niet hoe. Help.
Tijgertje: Ik moet zo nodig, iemand help!
Fennek: Ik hou er mee op, ik word een steen.
Tijgertje: Nou lekker aardig! Ik heb je nodig! Ga dan niet weg, jij simpele sukkelaar!
-Fennek heeft het gesprek verlaten-
Ik: Zwoele Beer help dan!
Zwoele Beer: Wat moet ik doen dan?
Ik: Ik weet het niet doe iets!
Zwoele Beer heeft me toen gelukkig begeleid naar de toilet toe.

Toen ik terug kwam, kwam Meneer Nuchter aanzetten met nog meer truffels: de overige 8 gram, die hij had mee gesneekt ons holletje in, samen met de fristy, aardbeien en ananas op sap.
Ik had gezien dat hij de truffels vast had, maar toen ik me gesetteld had in de tent was ik deze al lang weer vergeten. Ik geloof dat ik eerst nog even vrolijk heb gebabbeld over niets nuttigs voor hij ze content inmijn handen schoof. Ik blij als ik was stopte er een beetje van in mijn mond. Nou, echt, ik had nog nooit zo iets vies geproefd! Het was echt niet te doen! Ik vond het vergelijkbaar met snotskommers, denk ik, uit de film de GVR (Grote Vriendelijke Reus). Ik bleef maar walgen van de smaak, nou ja smaak. Ik proefde niet veel, maar de substantie, het was schimmel in de meest onuitstaanbare vorm. Ik kan niet beschrijven hoe verschrikkelijk slecht dit smaakte. Geluiden van walging kwamen dan ook vaak mijn strot uit.
Omdat ik niet veel verder kwam dan de eerste stukjes en daar een beetje in bleef hangen, heeft vriendje ‘Lief’ steeds een deel mijn mond in geschoven. Lief als ik was, en wanhopig om van die vreselijke, beschimmelde snotskommers af te komen, heb ik nog een groot stukje aan hem gegeven. En ja een groot stukje, omdat er geen grote brokken bestaan in een klein zakje truffels.
“Mag ik slikken?!” vroeg Tijgertje wanhopig, aan zowel Fennek als Zwoele Beer gericht.
“Haha haha, ja” aldus het lieve vriendje die mij bleef voeden met walgelijke stukjes dood en verderf.

Ik slik, gevolg door nog meer oer geluiden die de smaak moesten evenaren.
Ik denk dat die nuchtere crimineel zich kapot gelachen heeft. Had ik ook gedaan!

Wanneer de rotte snotskommers naar binnen zijn gewerkt zijn we na een tijdje naar buiten vertrokken. Dat wil zeggen, Tijgertje had weer een impuls die hij niet kon negeren en is naar buiten gerend, een ravage aan kussens en dekens en nog net geen gescheurde tent achter gelaten. Ik ben naar buiten gerend en ben daar door middel van een koprol op de trampoline gesprongen. Daar heb ik gevoelsmatig een kwartier gelegen, terwijl ik naar de heldere sterren hemel staarde. Ik had automatisch mijn hand op mijn borst gelegd en voelde hoe mijn ribben zich openden om de zuurstof binnen te laten. Ik vond dit een heel bijzonder moment. Wanneer ik me er op focuste maakte het mij heel erg rustig en ‘high’ op een intens andere manier. Ik wou daar dus op focussen, niet alleen om de manier van high zijn, maar ook om het feit dat ik voelde dat de lucht zich verzamelde in mijn als een soort van doosje dat open ging.
Maar…. Maar de sterren hemel was ook zo mooi! Alle sterren leken zich te verbinden met kleine, bijna doorzichtbare draadjes. Nu valt het kwartje dat het net zo goed spinnenwebben boven mijn hoofd hadden kunnen zijn. Ik en heel dankbaar dat ik dat niet bedacht terwijl ik in mijn trip zat. Het probleem was dat ik mij niet kon focussen op zowel mijn ademhaling als de mooie sterren hemel, dat vroeg om meer hersencapaciteit dan dat Tijgertje op dat moment kon opbrengen. Ik wisselde het dus maar een beetje af.
Ik hoorde een ritssluiting openen of dichtgaan, geritsel in het gras. Zwoele Beer kwam onze kant in. Het geritsel was niet erg aanwezig, en schuin onder mij, wat de indruk gaf dat Zwoele Beer klein was. Tot ik ineens zijn hoofd hoog boven het mijne vond: “Ik dacht dat je kleiner was.”
“Kleiner?”
“Ja, door de geluiden, maar dit is veel mooier.”
Hij kwam naast me liggen. Even hebben we stil gelegen en gestaard naar, ik weetniet meer wat. Ik, Tijgertje-ik, wou iets nieuws hebben. Iets wat ons bezig zou houden… Hhm. Wat lager nog allemaal in de tent? Dekens, kussens, vesten, eten, drinken, tekenspul, lichtjes, aard- LICHTJES!
Tijgertje-ik sprint op, glijdt uit over de vochtige trampoline, en rent te tent in. Rits open, he verdorie! Het wil niet. Ruk. Ruk. Trekken. Ja, trekken dat werkte. Oke, nu op zoek naar lichtjes, zonder licht… Voelen, voelen, ja, eentje gevonden. Nu de tweede nog, de staf. Oh wacht ik kan het lampje van het konijntje gebruiken. Friemel, friemel, knipper, ja hij doet het! Staf gevonden.
Terwijl ik de tent uit loop roep ik naar het hoopje op de trampoline: ‘Hey Zwoele Beer, kijk eens!’

Dit is, achteraf gezien een beetje het moment dat ik afstand deed van Fennek en Tijgertje en mij werd, op een hele andere manier, maar daar kom je zo achter.

Een vaag gemurmel is het antwoord van Zwoele Beer.
“Ik heb lichtjes! Kom laten we weer de wijk op gaan!”

Zo gezegd, zo gedaan. We zijn zachtjes mijn huis voorbij gelopen, de oprit af, de straat op. Het eerste wat ik daar deed was alle spullen aan Zwoele Beer geven, die inmiddels mijn badjas had gevonden en aan had getrokken, en een radslag maken. Ik was echt veel te verbaasd dat het goed ging, dat het me lukte. Een koprol ging al net zo goed.
“We lopen hier wel over straat, als je nou even wacht tot we de wijk op zijn…”
“Ja, ja, ik houd al op.”
Snel vertrokken we naar de wijk, een klein stukje rennen met de wind door je haren. Het was zo mal fijn!

We waren op de wijk. Alles was mistig en had een hele mooie grijze gloed. Ik had er geen moment over nagedacht dat het kwam doordat het nacht was: het was dag, alleen dan in zwart-wit. Ik had nog veel te veel energie om te bedenken dat het nacht was.
Die lichtjes zijn echt heel fijn in het donken en het feit dat er geen muziek was, was misschien ook wel trip bevorderend. Ik heb heel lang met die staf gezwaaid, en voelde me daardoor steeds machtiger. Niet dat ik mensen mijn wil op zou leggen, maar wel dat ik zeker was en mezelf en deze trip enigszins onder controle had. Ik stuurde dit, en wat er ook zou gebeuren ik kon het wel aan en ik zou het wel weer de goede kant in sturen. Het leven was een schouwspel en ik was de regisseur van het stuk waar ik de hoofdrol in speelde. Wat voor mij persoonlijk veel uitmaakte en heel bijzonder was, bijna eye-opening. Mijn hele leven heb ik vaak te veel voor anderen gedaan en daardoor nog wel eens mijzelf onderuit gewerkt. Nu was het Fennek-tijd.
Door deze verandering voelde ik mij op een hele vrije en rustige manier vrolijk. Ik ben met die staf gaan dansen en zwaaien. Terwijl het half nuchtere geval steeds meer verdween in de badjas omdat hij het fris had, kreeg ik het steeds warmer, wat ook weer het omgekeerde van de realiteit is, normaal gesproken. Ik ben een klein en normaal dun meisje dat het altijd koud heeft en vaak het langste een lange broek en vest blijft dragen ’s zomers.
Ik was van binnen vrolijk en kon niet stoppen met op een rustige manier genieten van alles. Ik danste wat, ik luisterde wat naar de natuur, ik keek om mij heen, alles was vredig, zichzelf en het accepteerde alles om zich heen. Het enige vooroordeel dat ik heb, is dat iedereen vooroordeelt, dus dat alles, alles accepteerde was eens fijn rustig. Ik had geen echte gedachtes meer die ik ‘hoorde’, het was overal fijn stil.
Zwoele Beer mompelde soms wat over dat het er zo mooi uit zag wat ik deed, of hoe mooi het niets was. Hoe verder we de wijk op liepen, hoe beter er een scheiding zichtbaar werd van mijn straat en ‘Het Niets’. De wijk is een ontzettend lange, niet verlichte, rechte weg met wat bomen langs de zijkanten en verder omringt door weilanden, de mist was dus goed te zien. Hoe verder op de wijk we kwamen, hoe donkerder alles was.

We zijn weer even gaan liggen op het asfalt, omdat ik dat het de vorige keer zo fijn was geweest. Echter deed het me niet zo veel; stil liggen. Ik liep liever, of danste op mijn maat, ik verkende Het Niets liever. Ik had namelijk een beetje het idee dat ik rond liep in mijn eigen hoofd op de een of andere rare manier: zo zag mijn hoofd er dus uit van binnen.

Er kwam aan het einde van de wijk een licht aan, ik neem aan een auto. Het licht was heel fel, maar zo ver weg dat het klein was en leuk om naar te kijken. Ik ben meteen op het asfalt gaan zitten en trok de Badjassenkoning mee naar beneden. Hij ging links naast mij zitten en had iets meer moeite dan met dat licht. Ik keek vol verwondering naar dit leuke bewegende lichtje in de verte, maar hij had heter echt moeilijk mee. We hebben hier naar zitten staren tot het verdween, toen zijn we weer gaan liggen.
Nee, het lag toch niet fijn. Ik heb daar mijn schoenen uitgetrokken en ben op mijn sokken verder gaan lopen. Ik heb mijn schoenen achter gelaten bij Zwoele Beer die lekker bleef liggen, op het asfalt, in mijn badjas, met twee lichtjes.
Vanaf daar zijn we hele simpele, maar leuke gesprekjes gaan houden. Met hele korte zinnen, alsof wij een stuk opvoerden voor anderen. We hoorden elkaar veel te duidelijk voor de afstand die er tussen zat.
Hij zat in mijn hoofd, hij was nu met mij aan het praten in mijn hoofd. Zijn worden waren er, en ook al liep ik verder weg, zijn stem verzwakte niet.
“Zwoele Beer?”
“Ja?”
“Je zit in mijn hoofd.”
“Ja, wel een beetje hé?”
“Maar het is fijn”
“Onze gesprekken zijn simpel.”
“Op zich wel ja.”
“Maar wel fijn.”
“Intens fijn.”

Na zo nog enige tijd rond gedwaald te hebben in Het Niets binnen in mijn hoofd zijn we terug gekeerd naar de tent, waar de Badjassenkoning en ik lekker onder de dekens kropen. Het is zo jammer dat ik nachtblind(ish?) ben en vrij weinig zie in vergelijking tot anderen wanneer het donker is. Ik zou graag zijn gezicht zien, al begroef hij die regelmatig tussen een stel kussens waar hij als kers op de taart dan de meest pluizige fleece overheen gooide en mij beval er bij te komen. Braaf als ik ben, deed ik dat natuurlijk. Toen begon de strijd. De strijd tegen het slapen en het wakker blijven. We waren niet actief genoeg daadwerkelijk iets te gaan doen, maar nog te wakker om in slaap te vallen.

Na wat door truffels beïnvloedde seks zijn we toch in slaap gevallen, omringt door mal veel kussens en zalige zachtheid. We hebben dan ook heerlijk geslapen!
:wave:

Re: Hollandia: Regenbogen, snotskommers en Het Niets

BerichtGeplaatst: za jun 21, 2014 5:59 pm
door Fool
Mooi geschreven, heb het in één keer uitgelezen! :hulde:

Hoe weten je ouders trouwens dat je bezig bent met psychedelica, door een foutje of heb je dat doelbewust verteld? :)

Re: Hollandia: Regenbogen, snotskommers en Het Niets

BerichtGeplaatst: za jun 21, 2014 6:00 pm
door Fennec
Ik heb het ze bewust verteld. Ik en mijn vader roken ook wel eens wiet samen en toen ik er achter kwam dat hij het vroeger ook eens gedaan had, dacht ik 'nou dan kan ik het ook wel gewoon zeggen', en dat heb ik gedaan. Ik heb er geen spijt van! Mijn ouders zijn daar (gelukkig) heel erg makkelijk in. :woeh: :kleuter:

Heel erg bedankt voor het compliment trouwens

Re: Hollandia: Regenbogen, snotskommers en Het Niets

BerichtGeplaatst: za jun 21, 2014 6:05 pm
door Fool
Oh, superchill dat je ouders daar zo fijn mee omgaan dan! Dat zie ik hier thuis nog niet zo snel gebeuren. :P

Re: Hollandia: Regenbogen, snotskommers en Het Niets

BerichtGeplaatst: za jun 21, 2014 6:47 pm
door Fennec
Dat is inderdaad mijn geluk!

Re: Hollandia: Regenbogen, snotskommers en Het Niets

BerichtGeplaatst: za jun 21, 2014 7:24 pm
door Prototype
Lang reportje, maar het was zeker de moeite om het te lezen! :grin:
Leuk beschreven wat er in je omging ook.