Pagina 1 van 1

Hollandia: Van Delorean naar Masanja en weer terug

BerichtGeplaatst: vr aug 29, 2014 12:31 pm
door Fennec
(Delorean en Masanja zijn de twee benamingen van de werelden waar Beer en ik in terecht komen wanneer we gaan trippen met truffels)

Wanneer: 24.06.2014
Wat: ±20gr. Hollandia, gespreid over anderhalf uur
Waar: De Wijk
Wie: Zwoele Beer/Winnie & ik
Tripzitter: Ik, Rafiki-style


DE TRIP:
Het was donderdag ochtend, Beer en ik liepen met onze bakjes gevuld met Hollandia truffels mijn straat door. Hoewel het nog maar elf uur was, was het vrij druk op de weg. Drukker dan normaal zelfs, overal fietsende mensen. Waarschijnlijk was er een fietstocht door het Fochteloërveen geweest. De moed zonk me een beetje in de schoenen: als er zo veel mensen langs ons plekje komen, is het dan wel een slim idee om te truffelen? Het zou de eerste keer worden dat we buiten beginnen met truffelen en de eerste keer overdag, was het moment wel goed? Maar we waren al begonnen met eten en konden dus niet meer terug. Eigenlijk wou ik ook niet meer terug, ik had er zin in om te gaan truffelen. Het zou goed komen. Bij dezen had ik dat democratisch besloten met mijzelf.

Eenmaal aangekomen bij het plekje dat we de avond ervoor hadden uitgekozen toen we stoned waren gaan fietsen op de wijk, dat wil zeggen, Beer fietste en ik zat lui voor op zijn fiets, hebben we ons daar gesetteld. We hebben twee kleden in het gras gelegd en vier kussens. Ik had een tas gevuld met muziek, een notebookje, pennen, twee appels en onze mobieltjes in een rits vakje. Ik heb ter plekken meteen alles uit de tas gehaald, behalve de mobieltjes, zodat we niets zouden vergeten en misschien onze leuke ideeën bij konden houden tijdens de trip.

Toen alles goed lag en de muziek draaide zijn we langzaam onze trip in getrokken. Een van de eerste nummers die op kwam was More Than Life van Whitley, dat nummer zorgde toen al voor een filmmomentje: Beer en ik zittend in de berm, uitkijkend op een prachtig groen weiland. De zomerbries die onze haren deed bewegen en de zon die alles verlichtte. Het zorgde voor mij heel erg voor een zen-modus, het gaf me de rust terug die ik tijdens de wandeling naar het plekje toe verloren was door het zien van alle mensen. Nu interesseerde het me niet meer of er mensen voorbij kwamen en of ze ons raar zouden vinden. Ik ging op in de muziek en voelde me weg zinken in de rust, een rust waar ik al een paar weken op had geoefend. Vandaag zou goed komen. Nu had ik ook de instemming van de omgeving. Ik kon nu veilig beginnen met trippen.


Beer had nog een verzoek nummer, het nummer dat we de dag ervoor geluisterd hadden, op de zelfde plek, alleen dan erg stoned. Het nummer heeft, op één of twee zinnen na, geen bestaande tekst, maar alleen klanken, wat het heel erg bijzonder maakt. Het ging om het nummer Girls van Yahtzel. Die avond er voor hadden we in die klanken woorden gehoord, of soms zinsdelen. Dit is wat we die avond gehoord hadden:

Toupet, toupet, is (5x) een slet
Toupet, toupet, pom- pom- pompoen

Toet, toet, kwak, kwak, é, é, é.
Toet, toet, kwak, kwak, é, é, é.

Mijn vader slaat weer toe.


We herkenden sommige stukjes tekst die we bedacht hadden nog wel, maar niet alles meer. We hadden dan ook nog geen ‘last’ van Hollandia haar invloeden. Rustig speelde de muziek verder.

Even later, begon ik duidelijk te zien dat Beer harder tripte dan ik, nou ja, heel anders. Van te voren hadden we ons voorgenomen rustig te trippen en meer te kijken en te ervaren van de trip zelf, luisteren naar eventuele boodschappen. Beer had hier soms wat moeite mee en moest vooral in het begin heel erg hard lachen om eigenlijk helemaal niets, althans zo leek het voor mij. Soms was het lachen zo erg dat hij niet meer normaal leek te kunnen ademen zonder vast te lopen of weer zichzelf te verliezen in een lachbui. Ik heb hem een paar keer moeten herinneren aan het feit dat hij rustig in- en uit kon ademen. Dan werd hij even rustiger en kon hij weer op adem komen. Even later begon het zich dan weer te herhalen, het duurde dan ook niet lang voordat ik doorhad dat hij niet ‘rustig’ zou kunnen trippen en dat hij meer nodig had om überhaupt fijn te trippen. Hij leek tegen een drempel aan te hikken en niet te weten hoe hij nou verder zou moeten, ik dacht hem dat zetje in zijn rug te kunnen geven door middel van de overige truffels en zei: “We moeten wat meer truffels nemen, anders merken we er straks weinig van.”
“Ik snap er alleen geen hol meer van!” Beer keek me met een kinderlijk vrolijk, maar schaapachtig gezicht aan, ik heb hem zijn bakje gegeven met de overige truffels en ik pakte de mijne. Beer was snel afgeleid en ik heb hem toen meerdere malen moeten vertellen dat hij toch door moest eten. Daardoor vergat ik alleen zelf te eten. Ik heb even gedaan over het bakje. Ik eet sowieso al langzamer dan Beer omdat mijn maag meer moeite heeft met de smaak, met vlagen. Ik heb dus enige tijd over de tweede portie gedaan omdat ik het deels vergat en omdat ik erg op mijn trippende vriendje lette.

Niet dat het me in de weg zat, helemaal niet. Hij was gewoon belangrijk en had meer moeite met de realiteit. Ik voelde me als Anjuna met Thijs, ik leidde Beer en hield hem daardoor in de gaten zonder daarmee mezelf weg te cijferen of mijn trip aan de kant te zetten voor de zijne.

Het was goed dat ik rustig was en hij actief, het was fijn dat ik hier was en hij all over the place. We waren het tegenovergestelde van elkaar en het werkte perfect. Blijkbaar dacht Beer er ook zo over want langzaam kwam hij als een worm naar me toe gekropen om daarna te verdwijnen in een grote knuffel. Of ik een knuffel wou was de vraag niet, ik zat er in vast. Gelukkig ben ik een echte knuffelkont en vond het dus niet erg om even te knuffelen. Wat kon hij heerlijk knuffelen, mijn Beer.

“Mag de muziek uit?” Winnie lag naast me op de grond met zijn arm over zijn gezicht. Net had hij liggen rollen over de dekens waar een beetje zand op lag. Hij zat onder het zand, nog steeds kinderlijk vrolijk.
Ik drukte de muziek uit en even hoorde ik helemaal niets. Geen muziek, geen mensen die voorbij fietsten, de eerste secondes hoorde ik zelfs geen sprinkhanen in het gras of de wind door de bomen. Even was er niets om ons heen behalve wij twee. Op dit moment besefte ik mij ook dat ik al redelijk aan het trippen was, al had ik geen intense visuals. Ik voelde me wel sterk anders.
Langzaam kwamen er geluiden terug. Ineens hoorde ik overal beestjes. Beestjes. Beestjes? Ik hou helemaal niet van beestjes! Stop! Ik wil... Nee, Fennek, haal diep adem. Die beestjes zijn er de hele tijd al geweest en je hebt er nog geen last van gehad. Het was weer fijn, wederom democratisch besloten met mijzelf.


Op dat moment kwamen er twee gigantische tractoren langsrijden. Meneer de Tripper had er even veel moeite mee en er kwamen de dan ook de nodige golven aan oeh’s en aah’s en ‘nee toch’, ‘echt waar?’ uit hem.
Met mijn blik volgde ik de machines op wielen, ik zag ze voor de bosrand afslaan. Ik wende mijn blik weer tot Beer, nu gekruld rond mijn heupen en benen. Ik kon geen kant meer op en ontspande mij dus helemaal. Het voelde fijn om door hem geknuffeld te worden. Al was dit de meest hopeloze poging tot knuffelen, hij bleef perfect voor mij.

Wanneer hij uit geknuffeld was pakte ik één van de appels zonder precies een rede te hebben. Het was een automatische reactie zoals fietsen, iets waar ik niet over na had gedacht tot ik de appel in mijn handen had en me besefte dat ik de appel gepakt had om te eten, leek me. Omdat ik er niet over na had gedacht, twijfelde ik geen seconde aan mijn intuïtie en at daarom vrolijk mijn appel op, op automatische piloot.
“Wil je ook een appel?” Ik hield een appel boven Beer zijn hoofd, die weer op zijn rug lag na het rollen op de dekens, hij nam er een hap van en realiseerde zich, net als ik, pas na de actie dat hij iets in zijn mond had en schrok er van.
“Appel? Wat moet ik nou met appel?” Hij spuugde het bijna weer uit. Zo heb ik hem nog twee keer meer een hap van de appel laten nemen met telkens het zelfde effect. Ik ben er maar mee opgehouden. Blijkbaar had hij hier geen plaats voor in, waar hij ook was. Ik wist dat hij brandstof nodig had, maar als hij er zo veel moeite mee had dan liet ik hem daarin.
Ik heb heerlijk mijn appel op gegeten, genietend van de ruimte om mij heen. Ik weet nog hoe mooi de wolken er uitzagen en hoe ze zich leken te vermenigvuldigen hoe langer ik keek. Ik genoot van het weer, de wind door mijn haren, mijn lieve vriendje dat naast mij lag te rollebollen van plezier, ik genoot van mijn appel, van Hollandia en haar invloeden en het glanzende veld voor ons dat opgegeten werd door een van de massieve machines die net voor bij reden, ik genoot va- Wat?!
“Die machine eet het veld op!” Zei ik met groot ongeloof.
“Hhm?” Er kwam een verward hoofd naast mij omhoog uit de deken, Zijn haar zat werkelijk ontploft, met takjes en zand er in. Ik was helaas te druk bezig met de honger van het machinegeval, dan met het uiterlijk van Beer. “Wat, wat zei je dat er gebeurd?”
“Die machine eet gewoon het veld op!” Zei ik met het zelfde ongeloof terwijl ik er met een half opgegeten appel naar wees.
Hier kwam Beer even helemaal voor om hoog. “Nou ik hoop maar dat dit nu niet door gaat tot het einde van onze trip,” zei hij op de meest droge toon, “dat zou erg vervelend zijn.” Hij had zijn zegje gedaan en liet zich weer vallen op de kleden. God mag weten waar hij heen ging.


Een wind vloog langs mij heen. Een rilling over mijn rug. Ik had het koud, of in elk geval fris. Toch? Hoewel ik niet actief voelde dat ik het koud had, besloot ik naar de zon te verhuizen. Ik pakte de twee kussens onder mij van de grond en liep tot aan de weg. Netjes keek ik van links naar recht of er iets aan kwam en stak de weg over toen ik zag dat er niets kwam. Ik legde mijn kussens aan de andere kant van de weg in de berm, daar waar de zon scheen, en ging er zitten in kleermakerszit. Het was een prachtig uitzicht. Ik kon me er over blijven verbazen en er naar blijven kijken. Het weiland het dichtstbij was groen, mooi helder, natuurlijk groen, soms reflecteerden bladeren het licht van de zon, waardoor het leek alsof ze glittertjes hadden, of spiegels.

Het weiland er achter was goud van kleur en om de zoveel tijd kwam er een machine aan die een rij weiland op at. Het ging dan van glimmend naar dof, na twee rijen stopte de machine er mee. Waarom weet ik niet, ik dacht toen dat het aan de warmte zou liggen.
Voor het groene weiland was onze berm. Tussen de berm en het weiland dat een sloot, maar die kon ik niet zien vanuit mijn plek. Er was een bomenrij, tussen twee bomen in hadden we onze kleden neergelegd. Beer kwam even voorbij gerold. Heel even kwam zijn vrolijke gezicht boven het hoge gras uit, om vervolgens door te rollen en om te vallen. Hij lag op zijn buik en je zag telkens van de ene kant naar de andere kant een gezicht op komen om erna neer te storten de andere kant in. Dit spel herhaalde zich een paar keer. Ik dacht dat ik niet in lachen uit zou moeten barsten omdat ik hem dan uit zijn spel zou halen of mij uit mijn rust, dus deed ik net of ik het niet zag of dat ik het wel normaal vond dat hij zich zo gedroeg. Ik probeerde dus weer mijn focus te leggen op het paradijs rond mij, maar dat ging niet helemaal. Op dat moment fietsten er twee fietsers voorbij, die ons raar aan kijken maar wel netjes gedag zeiden.
Wat is dat toch met mensen? Dat ze wel gedag zeggen, maar eigenlijk zo snel mogelijk van je vandaan zouden willen fietsen. Ze zeggen en doen niet wat ze denken, maar doen wat de omgeving zo genaamd van hen vraagt. Mensen zijn vaak niet meer puur en oprecht, maar aangeleerd en stijf. Ze zeiden gedag, maar ik durfde te wedden dat ze, wanneer ze uit zicht en buiten gehoorsafstand zouden zijn, elkaar raar aan zouden kijken en het over ons zouden hebben!
Is dit nou een vooroordeel van mij? Het is ook raar om op deze manier twee pubers te zien. Misschien was het even een schok, maar zodra als ze ons voorbij waren ging het weer rustig door over het vorige onderwerp. Hoewel ik vond dat de rest vast zat in een patroon merkte ik dat ik vast zat in vooroordelen over dat andere negatieve vooroordelen over mij en beer zouden hebben in dit geval.

Beer was opgestaan en haalde daarmee mij uit mijn gedachte gangen. Ik vroeg of hij er bij kwam zitten, alleen kreeg ik geen duidelijk antwoord. Zonder na te denken stond ik op en stak, na gekeken te hebben of ik kon, de weg over. Daar trof ik mijn lieve verdwaalde Beer aan, hij wist niet wat hij wou zij hij. Ik wist ook niet wat hij wou, maar ik wou water en liep dus door naar de tas en haalde daar onze twee liter fles op. Ik had er een paar slokken genomen en bood Beer de fles aan. Hij pakte die aan en nam ook een paar slokken en zei erna: “Fenn, mag ik iets doen?”
“Wat?”
Nog voor ik een reactie terug kreeg gooide hij water tegen mijn borst en buik. Ik schrok me dood en zou hem eigenlijk willen slaan. Dat liet ik gelukkig zitten.
“He, wacht, dit was niet de planning,” zei hij een beetje verward en gooide daarna water over zijn eigen buik waardoor het leek alsof hij in zijn broek geplast had. Snel pakte ik de fles over zodat hij stopte met zijn debiele acties. Wat was hij hulpeloos soms, zo hulpeloos dat ik alleen maar kon lachen om hem, hij was zo verdwaald op het moment. Ik kon hier toch onmogelijk mee omgaan? Ik was nat, hij was nat. Godnonde.
Ik heb hem terug gebracht naar de kleden en ben toen weer aan de overkant gaan zitten in de zon. Ik had het net fris, maar nu toch wel weer koud.
“Is iemand een beetje boos?” Beer kwam met zijn guitige gezicht net boven het hoge gras uit, ik keek hem een beetje moeilijk aan. Hoe kon ik nou boos zijn op zo’n actie die voort kwam uit totale chaos binnen zijn hoofd. Ik moest denken aan een gifje wat uit Spongebob komt. Een gifje waarbij alle informatie en dossiers van Spongebobs bovenkamer verbrand werden en over boord werden gegooid.
“Weet je, het verschil tussen ons is dat alle mensen in mijn bovenkamer gaan zitten zo dra ik wiet gebruik of psychedelica. Ze gaan dan zitten en kijken naar de show, bij jou wordt er dan randomly alles overboord gegooid wat er maar te vinden valt. Net zoals bij die gifjes van Spongebob.”

Even later kwam Beer bij me zitten, ook in de zon om zijn kruis te laten drogen. Daar hebben we even gezeten, ik rustig en in mijzelf, Beer vermakelijk verdwaald. Beide hadden we er geen moeite mee dat we op andere manieren aan het trippen ware, ze pasten namelijk erg goed bij elkaar. We vulden elkaar aan, zoals met meer dingen. Daarom is hij zo perfect voor mij.

Ik stond op om even te lopen. Lopen voelde zo leuk, lichter en sierlijker, toch moeilijker en minder stabiel. Heel bijzonder. Ik liep met mijn kleine blote voeten over het warme asfalt. Binnen mijn gezichtsveld was er alleen asfalt, overal asfalt. Kleine steentjes geplakt op een stuk teer, vond mijn hoofd. Een waarom ook niet? Het klonk wel logisch. Ik heb geen idee wat asfalt is, of hoe het gemaakt is, en om eerlijk te zijn interesseert het me ook niet.
Na een paar stappen kwam er een streep teer binnen mijn gezichtsveld, zo'n streep die de weg bij elkaar houdt of wat dan ook, het maakt het prettiger om overheen te rijden, dat. Het voelde warmer en ook zachter dan de rest. Na er een paar keer overheen gelopen te hebben, trok ik de conclusie dat het ook daadwerkelijk zachter was dan het asfalt.
"Beer! Beer, dit is zachter!"
"Hhm?" Hij kam mijn kant in gewaggeld.
"Het is zachter, kijk!"Ik duwde er in met mijn vinger, en ja hoor, er ontstond een klein deukje. Ik was verbaasd en helemaal in de trans van het teer. Ik bleef er in porren en duwen, het voelde echt geweldig! Warm, kneedbaar (Oh, ik wil klei in een volgende trip! Maar dat terzijde) en als ik hard duwde, ontstond er een ophoping van teer. Oeh, laat ik er aan trekken! Ik trok. Ik geloofde zelf niet wat er gebeurde, het teer rekte zich uit to bijna tien centimeter boven het asfalt, er ontstond een gat! Ik trok harder. PATS! Alles knapte, ik had een zielig stukje teer in mijn hand en op de grond dat er een gat van een cm, gok ik.

Omdat we de hele trip door wel hazen om ons heen hebben gehad die ons probeerde te steken, kwam ik op het idee om er een beestje in te stoppen. Helaas was er niets in de buurt en keerde ik dus maar weer terug naar mijn kussens naast Beer.

Aan de trekjes van Beer, het meer bewegen, onrustig worden en zijn arm ging weer vaker over zijn gezicht, zag ik dat hij het warm kreeg. Ik vertelde hem dat we terug gingen naar de schaduw. Met een vragende blik keek hij mij aan maar volgde me toch. Toen hij op stond had ik zijn kussens gepakt omdat hij ze vergeten was. Toen ik alles had en klaar was om over te steken was hij al aan de overkant, bijna bij onze dekens.
Wat zag hij er ui! Op zijn rug zaten allemaal zwarte vlekjes van zand en dode beestjes. Oh help! De dekens zaten ook nog vol met zand!
"Niet gaan liggen!" Riep ik snel naar Beer die al bijna in de berm zat.
"Wadde?" Hij keek verward op.
"Niet gaan liggen." Zei ik op nieuw, deze keer ook bij de dekens.
"Maar..."
"Wacht nou maar." Ik pakte de eerste deken op en ging verder op staan om alles uit te schudden zonder dat iemand het in zijn ogen zou krijgen. Daarna was de tweede aan de beurt, ik schudde het goed door elkaar en zag alle stukjes zand en takjes vliegen door de lucht. Het maakte me fijn rustig. Heerlijk.

Ik wou de tweede deken neerleggen op de grond. Beer lag alweer op de eerste deken, kussens had hij mooi in de berm laten liggen, die muts. Ik pakte de kussens en tilde zachtjes zijn hoofd omhoog. Hij had zijn ogen gesloten en ik wou hem niet storen. Gelukkig bleven zijn ogen dicht.

Ik ging naast hem liggen en weer naar de wolken staren. Ik vond die dingen zo mooi. De wolken leken, net als eerder die middag zicht te vermenigvuldigen en een soort patroon te vormen. De wolken werden, zeg maar zoals zij de Azteken, horizontaal herhaald, de wolken die vanuit mijn blik 'hoger' waren dan de rest werden daar herhaald. Allemaal omringt door een andere kleur als een soort gloed. Hoe langer ik keek, hoe meer wolken er verschenen als replica van een wolk waarmee het begon. Het was een mooi en groot spektakel om naar te kijken.

We wilden gaan. Voor ons gevoel kwamen er steeds meer hazen en het werd ook langzaam frisser, waar vooral ik niet erg vrolijk van word over het algemeen.
Terwijl ik alles aan het inpakken was en Beer ik weet niet wat aan het doen was (ik denk de fiets uit de berm halen), stuitte ik op de tweede appel die over was. Ik hield het even in mijn hand en probeerde er over na te denken wat ik er mee zou doen. Helaas bleef ik er alleen maar naar kijken tot ik, weer op automatische piloot, de appel in de berm legde. Als een soort van bedankje voor Moeder Natuur, voor het maken van truffels en andere hallucinerende middelen, als bedankje voor deze trip die ze mij heeft laten ervaren. Merci, dat jij er bent, zeg maar zoiets.

Alles gepakt, Beer fietsend, ik zittend voorop de fiets en met de kussens onder mijn kont, zijn we vertrokken naar mijn huis. Het fietsen duurde voor mij een minuut of twintig, al zou ik bij god niet weten hoelang het nuchter zou duren.
Wanneer er een auto aankwam was het best wel een stress momentje, maar we zijn toch heelhuids thuis gekomen. Al was het thuis komen zelf ook niet zo'n pretje. De afslag mijn oprit op was niet te doen, en of dat nog niet het ergst was zagen we mijn oma zitten op een stoel. We vielen bijna van de fiets toen we het zagen, in plaats daarvan reed Beer maar tegen onze muur aan. Gelukkig is er geen schade.

In de stress hebben we de fiets geparkeerd in de schuur en zijn we in onze thuis gaan zitten. Ik was er heilig van overtuigd dat we nog niet nuchter waren en dat we niet nuchter over zouden komen op mijn oma en mijn moeder. Dat zou niet kunnen! En wat zouden ze dan denken van ons! Voor mijn oma was ik altijd lief en vrouwelijk, nu waren we vies en gedroegen we ons als verdwaalde Bosjesmannen of holbewoners, om nog maar te zwijgen over de troep die we achter zouden laten aan zand, geur, dode vliegen en een rare te volle tas! Dit was niet te doen.
Beer suste mijn gevoelens en verzekerde mij er van dat we prima zouden kunnen zeggen dat we bij een meertje bij ons in de buurt hebben gelegen, om te vieren dat we toen twee maanden plus twee dagen officieel hebben (onofficieel toen 5 maanden). En dat we daarom vies zouden zijn en dat we dus reden genoeg hadden om meteen de douche in te duiken.

Dan maar naar binnen. In de tuin blijven zitten zou ook raar zijn. We zijn dus naar binnen gegaan, er uit ziende als een paar verdwaalde mensen die een week doorgebracht hebben in de tijd van de dinosauriërs.
Er zat een vreemde mevrouw op de bank zag ik, zonder het echt op te merken terwijl ik mijn schoenen los strikte. Er zat een vreemde vrouw op de bak! Shit! Mijn oma had een vriendin mee genomen! We hebben snel even gedag gezegd en zijn met een noodvaart naar boven vertrokken.

Douchen was raar, ook omdat ik begon te merken dat ik moe werd. Ik ben op een gegeven moment gewoon gaan zitten op de vloer. Ik voelde me erna wel dubbel zo gereinigd en dubbel zo schoon. Het was alsof ik mentaal en lichamelijk een grote schoonmaak beurt had gedaan. Mijn hoofd was rustig, net als mijn lichaam, al nam de vermoeidheid langzaam toe.

Na de douche zijn we naar mijn kamer gegaan en zijn we onder de dekens gekropen. Onder de dekens gekropen als in, samen warm onder de dekens liggen en genieten van de warmte en fijn tegen elkaar aan liggen. Hier begon Beer zijn trip op te raken, terwijl ik nog even mijn kast heb zien dansen, hij is trouwens echt een natuurtalentje, een buikdanser van huis uit. Hier word mijn herinnering vaag, ik denk dat we in slaap zijn gevallen, of dat we nog even gesproken hebben over onze ervaringen. Hij wist bijna niets meer. Gelukkig was ik (half)aanwezig. De trip was geslaagd, democratisch besloten met mijzelf.

Re: Hollandia: Van Delorean naar Masanja en weer terug

BerichtGeplaatst: vr aug 29, 2014 12:40 pm
door Poseidon
Mooi hoor. Heel mooi. :)

Deze gaat hoge ogen gooien in de TvdmAugustus.

Re: Hollandia: Van Delorean naar Masanja en weer terug

BerichtGeplaatst: vr aug 29, 2014 12:55 pm
door Fennec
Dank je Poseidon! Oh dat lijk me leuk om TvdmAugustus te hebben! Duimen!

Ik ben nu nog bezig met een XTC report, ik hoop dat ik die ook vanmiddag kan plaatsen.

Re: Hollandia: Van Delorean naar Masanja en weer terug

BerichtGeplaatst: ma sep 01, 2014 10:58 pm
door Prototype
Tof report!
Je schrijft op een erg leuke & boeiende manier, heb het report in 1x uitgelezen. :)

Re: Hollandia: Van Delorean naar Masanja en weer terug

BerichtGeplaatst: di sep 02, 2014 2:11 pm
door Miss E
Mooi report, fijne schrijfstijl heb je!

Re: Hollandia: Van Delorean naar Masanja en weer terug

BerichtGeplaatst: di sep 02, 2014 10:11 pm
door kaasje
Leuk reportje! klinkt heel gezellig allemaal