Dit is een report van een intense MXE- en DMT-trip van alweer enige maanden geleden. Datgene wat er gebeurd is is niet goed in woorden te beschrijven, bovendien is veel van dit report opgetekend uit door de tijd ingekleurde herinneringen die ook niet allemaal even scherp zijn. Ik heb geprobeerd de trip zo nauwkeurig mogelijk weer te geven en ook al is dit waarschijnlijk minder goed gelukt dan gehoopt, ik post het hier toch.
Die avond was ik samen met Mr T. en Walter (beiden DF'ers) naar de kroeg gegaan, maar al snel kwamen we erachter dat er daar die avond waarschijnlijk niet veel zou gaan gebeuren: we besloten dat we in een afgelegen natuurgebiedje in de buurt zouden gaan zitten, dat ik methoxetamine zou nemen en dat Mr T. DMT zou gaan roken. Voor de gezelligheid zou Walter ook meegaan, hoewel hij deze avond nuchter zou blijven.
Na bij Mr T. de methoxetamine opgehaald te hebben fietsten we door naar het natuurgebiedje. Daar aangekomen gingen we op een grazig heuveltje zitten. Mr T. pakte de methoxetamine erbij. Ik nam voorzichtig één sleutelpunt en algauw, iets minder voorzichtig, nog twee extra sleutelpuntjes.
Eerder dan verwacht, maar niet heftiger, voelde ik de redelijk vertrouwde dissociatieve roes opkomen - onthechting van geest en zintuigen, afstandelijk, verward. Toen ik het plateau begon te naderen besloot ik nog één sleutelpunt bij te pakken. Niet lang hierna besloten we richting het huis van Mr T. te vertrekken.
Ondertussen was ik al goed scheef. Hoeveel methoxetamine ik had gepakt (in mg) zou ik niet weten, maar het was ruimschoots voldoende. Lopen ging met enige moeite, gesprekken kon ik niet goed volgen - elk belangrijk idee dat ik opving vormde zich tot een gedachtenkronkel die een eigen leven leidde. Fietsen werd geen succes meer, dus we besloten het (korte) eind terug te lopen.
Toen we bij Mr T. aankwamen gingen Walter en ik op een bankje achter in de tuin zitten. Mr T. zelf zou binnen de DMT ophalen. Toen ik en Walter eenmaal waren gaan zitten dacht ik na over de werking van drugs en de diepere inzichten in het leven en de kosmos die ze ons zouden kunnen geven. Sterkere dissociatieven geven me wel vaker het milde waanidee dat ik met een belangrijke wetenschappelijke ontdekkingstocht bezig ben. Het licht vervreemdende gevoel dat ik aan de vooravond van een belangrijk inzicht stond overviel mij. Walter bood me een sigaret aan; het roken van die sigaret leek op dat moment haast een wetenschappelijk experiment en ik nam de peuk aan. In mijn gedachten probeerde ik me de chemische structuren in de tabaksrook voor te stellen, slechts met beperkt succes.
Inmiddels had Mr T. de DMT gehaald, hij ging ook op het bankje zitten. Hij vulde de bong met as en een mij onbekende (niet monsterlijk grote, maar ook niet geringe) hoeveelheid DMT.
Nadat Mr T. een hit van de bong had genomen en deze aan Walter had doorgegeven, gebaarde ik in een impuls naar Walter dat hij de bong door moest geven aan mij. Ik nam een redelijke hijs, Mr T. had al een vrij sterke hit gehad, maar voor mij was er nog genoeg DMT over om ook een goede hit te kunnen nemen. Ik gaf snel de bong terug aan Walter, direct daarna kwam de flash. Toen was ik weg...
Na een korte zwarte flits was het volgende dat ik waarnam dat 'mijn' bewustzijn over de realiteit was uitgesmeerd en volledig overliep in de rest van de realiteit, waardoor mijn identiteit als individuele bewustzijnsvorm was opgelost en 'ik' niet langer 'ik' was. 'Ik' was slechts een waarnemend onderdeel van het 'al', zonder gedachten en zonder duidelijke afscheiding van de rest van dit 'al'. Besef van mijn lichaam had ik in de verste verte niet. Daarnaast was mijn zintuiglijke waarneming danig door elkaar geroerd; zicht, visuele waarneming, werd door mijn hersenen getransformeerd tot één totaalpakket aan zintuiglijke invoer, waarin geluid, zicht en aanraking tot één geheel waren getransformeerd. Zo moest het voelen om in het 'niets' opgelost te zijn, of om een onderdeel uit te maken van de tijdsruimte om ons heen. Op de één of andere manier voelde het vrij vertrouwd aan: dissociatieven hebben soms de eigenschap om de raarste vervormingen van bewustzijn te camoufleren als volkomen logisch.
Toen begon de synesthetische mist wat op te trekken. Visuele input kwam weer als daadwerkelijke visuele input binnen, maar nog steeds liep mijn bewustzijn achter op de beelden die het te verwerken kreeg. Elk stukje van de kleurrijke, geometrische, maar niet heel intense DMT-visuals was een apart universum: ik hoefde mijn ogen maar te bewegen of ik 'voelde' mijn universum van structuur en conformatie veranderen.
Ik kon even later ineens weer mijn eigen identiteit, mijn eigen 'ik'-zijn bevatten.
Ik besloot de vreemde vervorming die over mijn identiteit en tijdsruimte heen was gekomen maar gewoon te ondergaan, de beleving van emoties als 'paniek' was sowieso niet aan de orde, al schoten er wel gedachten (ontkoppeld van emoties) door me heen van paniek en verwarring.
Ik herinnerde me de aanwezigheid van Walter en Mr T. Nu pas besefte ik dat ik iets als een 'lichaam' had; ik probeerde me er de vorm van voor de geest te halen. Hoofd, romp, twee armen, twee benen. Rare vorm. Wie bedenkt zoiets? Ik verbaasde me over het feit dat wij mensen juist zo'n rare vorm hadden gekregen. De notie van een 'lichaam' paste niet goed bij de abstractie van de voornamelijk mentale wereld waar ik kort daarvoor in verkeerde.
Langzamerhand begon de DMT uit te werken en keerde ik terug in de meer vertrouwde pure methoxetamineroes. De trip van Mr T. was inmiddels al even afgelopen, hij en Walter zaten te wachten terwijl ik langzaam weer aanspreekbaar werd. Ik was ongeveer een kwartier weg geweest, als ik het me goed herinner. Toen ik eenmaal weer goed en wel op aarde was had ik even de tijd nodig om bij te komen en om te proberen te bevatten wat er was gebeurd.
Niet heel lang daarna ben ik naar huis gegaan, begeleid door Mr T., aangezien ik nog steeds veel te vaag was was om zelfstandig te kunnen fietsen. Ook de gehele volgende dag was ik nog licht gedissociëerd.
Al met al was dit één van de vreemdere ervaringen die ik bijeen heb getript. Het heeft me destijds wel aan het denken gezet, al viel er eigenlijk weinig aan te bevatten. Dit verslag beschrijft misschien slechts voor een klein deel hoe ik de trip op dat moment beleefde, aangezien de gehele trip weer eens met geen mogelijkheid in woorden uit te drukken was.