Ik weet niet goed waar dit te zetten. Wat voor soort drugs het was.
Goh, er is veel gebeurd. Ik ga het proberen kort te houden
Voorgeschiedenis in een notendop.
34 jaar oud. Vrouw en dochter van 5.
Al 22 kampend met OCD (tellen, tikken, wrijven,...)
Al 15 jaar alcoholverslaving. Enkel 's avonds. Verminder OCD.
Al enkele jaren Benzo verslaving. Lormetazepam, Xanax. Meestal op een verantwoorde basis. Soms veel te veel. Enkele spoedopnames achter de rug. Opname in psych instelling. Sinds enkele maanden clean van alcohol, en clean van overdosering benzo's. Elke dag krijg ik gecontrolleerd mijn dosis, van mijn vrouw.
Een week geleden een verkoudheid. Droge hoest. Hoestsiroop genomen. Dubbele dosis, ligt in m'n aard. Maar verslavingen ook. Ik neem niog een beetje, want de hoest gaat niet over. Ik wordt iets gewaar. Heb ik te veel xanax genomen? Nee, het is de hoestsiroop. Ik neem nog een beetje. Ik voel me goed.
De dag erna. Ik zoe een beetje op internet wat er in dat goedje zit. Een stof, DXM. Beetje verglijkbaar met LSD, ketamine blijkbaar. Huh? Dat kan toch niet? Kan je gewoon kopen in de aptoheek, zonder voorschrift. Ik lees over verschillende plateau's. 1, 2, 3 en 4. Ik zat gisteren in 1 blijkbaar. En hop, de 6 dagen erna plateau 2. Telkens 400 mg. Misschien zelfs plateau 3 door de opeenvolging? Ik weet het niet, dit alles is nieuw voor mij. Overdrijf ik? Was dit echt een trip? Of ben ik gewoon supergevoelig voor dit spul?
7e dag, ik wil ermee stoppen. Ik heb elke avond diarree, en voel de trip niet meer weggaan. 8ste dag. De avond ervoor was men laatste keer. Ik ben op het werk. 's Morgens voelde ik me ok. Trip zo goed als weg. Maar tegen de middag komt het terug, vanzef. Ik panikeer. Ik bel de druglijn in België. (voor AL je vragen over drugs...) Ik bel 4 keer, lijn is kapot. Niemand bereikbaar. Een uurtje later, na de 5e keer. een dame pakt op, ik schat 40/50 jaar oud. Moeilijk te zeggen. Ik vertel haar wat er gebeurd is de laatste 7 dagen. En dat ik nu panikeer. Heb ik permamente schade? Wat moet ik dien, naar de dokter, ziekenhuis?
Ze vertelt me dat ze geen weet heeft van de stof dxm. Ze begrijpt het niet. Ze zegt dat ik me geen zorgen moet maken. Want ze zouden iets dat gevaarlijk is nooit zonder voorschrift verkopen, zomaar. Ik weet ondertussen dat dit goedje straf spul is. Ik begrijp niet dat ze niet weet waarover ik het heb. Ze vraagt wat ik juist genomen heb, aodat ze de bijsluiter kan opzoeken op internet. Ze zoekt letterlijk 15 minuten lang. Zegt, en dit is echt waar, 15x 'laat eens kijken'. Ze vertelt dat haar computer niet mee wil, het is een oude computer. Ze stelt voor wat water te drinken. En als ik me echt zorgen maak, dat ik naar de apotheker moet gaan om wat uitleg te vragen over die hoestsiroop.
Ondertussen blijft ze verderzoeken. Ze zegt steeds 'wacht even, ahje, hier heb ik het, of toch niet, sorry, heb je nog even...?' Ik begin harder te trippen. Deze persoon maakt dat ik harder trip. Ik leg af.
Ik zoek online naar hulp. Kom op de website "tripsit?" terecht en daar word ik echt gerustgesteld. Het komt wel goed. En het kwam ook goed. Nu voel ik me goed. Heb stevige koppijn gehad, misselijkheid, maar nu voel ik me top.
Alleen... ik wil meer, ik wil terug in die wereld. Maar ik zal het niet doen. Denk ik. Straks ga ik naar de psychiater, ik heb een afsrpaak gemaakt. Ze konden me direct zien. Ik hoop dat ze me kunnen overtuigen dat die nieuwe fantastische, angstaanjagende wereld, niet de moeite waard is. We zullen wel zien. Ik wil m'n vrouw en kind niet kwijt. Maar die wereld, oh mijn God die wereld...
Een droge hoest. Hoestsiroop. Zeven dagen later.
Ik ga proberen enkele minuten te om schrijven van wat ik voelde. Elke avond duurde jaren lang. Het lijkt of ik in 1 week een heel leven heb geleefd. En ik ga proberen enkele minuten te omschrijven van dat hele leven. Dat universum waar niets vast staat. Alles zweeft. Alles zit achter een soort van waas. Alles gebeurt in de verte; geluiden, stemmen, bewegingen, alles gebeurt in slow motion en duurt lang. Alles gebeurt als een suggestie, alles gebeurt vredig, rustig, met echo’s echo’s echo’s. Ik ben euforisch, ongelooflijk kalm en gelukkig. Er IS iets anders. Ik ben ook heel bang. Want we zijn nietig. De wereld is klein de wereld is 1 persoon. Allemaal dezelfde personen.
Alles wat ik zeg is niks, tot in het oneindige. De woorden die ik typ bestaan niet. Ik geloof sinds gisteren dat er iets anders bestaat. En dat maakt mij blij.
Ik weet eigenlijk niet hoe te beginnen. Geen woorden kunnen omschrijven wat ik gezien, gehoord, gevoeld heb.
Ik probeer:
Thuis kijken, in de zetel, personages komen uit het beeld. Ze zijn in mijn living. Ze spelen 'thuis' als theaterstuk voor mij in mijn living. De muren zijn weg. Enkel de tv op de achtergrond, de personages ervoor. En ik in de zetel. De blikken van alle personages polis allemaal naar mij gericht. Stil. Ik keek weg, ik mag niet wegkijken. Want ze zijn hier voor mij. Speciaal voor mij. Ik mag ze niet kwaad maken. Gewoon blijven kijken. En genieten.
Ik zie woorden, ik zie de woorden die uit hun monden komen. Ik zie ook hun gedachten. Alles is tastbaar. Een substantie. Ik zie dat hun gedachten worden opgezogen in een soort van funnel boven hun.
Plots, alles wat ze zeggen is een deja vue. Ik heb die aflevering al eens gezien. Maar dat kan niet, het is een nieuwe aflevering. Toch is elk woord eerder gezegd. Ik hoor woorden 2 maal, op exact dezelfde moment. Dat maakt het een deja vue.
Hetzelfde geldt voor de ondertiteling. Ik lees elk woord 2 maal op dezelfde moment.
En dan. Woorden worden onbekend. Ik hoor, maar ik versta niet. Ze spreken nederlands, maar ik hoor precies een andere taal. Een vloeiende, andere taal. Met eigen vocabulaire, werkwoorden, vervoegingen. Ik kan de ondertiteling niet meer lezen. Ik zie letters, door elkaar. Niet vaag. Héél scherp. Allemaal letters. Ik kan er geen 1 woord uithalen. Ik weet zelfs niet wat woorden zijn.
Ik versta er niets van, ik moet terug leren praten en lezen. Ik ben een baby. Ik voel me klein, ik ben niets. Er zit niets in mijn hoofd. Alles is leeg. Een heel leven voor mij.
Ik moet de tv even uitzetten, ik verlies mijn verstand.
Annelies zit naast mij. Ze zegt soms iets. Ik hoor haar. Elk woord probeert mij een beetje naar de oppervlakte te trekken. Dat lukt een beetje, maar ik zak direct terug weg. Als een dolfijn die heel even lucht hapt boven water. Een heel rustige, stille oppervlakte met daaronder een chaos van zachte, donkere, trage brij. Ik hap even lucht en hop, direct terug weg. De oppervlakte rilt heel even, terug rustig. Ik ben terug naar de chaos. De rustige, zware, allesomvattende chaos. Ik weet dat ik ver weg ben, ik hoop dat ik menselijk genoeg
reageer op haar woorden. Blijkbaar lukt dat wel. Een knik, een 'ja' of 'nee', een instemmend geluid. Dat lukt nog wel. Dat is raar. Ik hoop dat ze niet doorvraagt, want dan komt er chaos. Dan moet het opvallen. Dan sleur ik ze mee in de chaos, en dan begint het. Dan zal ik verplegers zien, mijn ouder, broers.
Ze zegt iets, ik denk dat ze een 'ja' verwacht. Ik zeg 'ja'. Ze kijkt me wat vreemd aan. Heeft ze echt iets gezegd? Blijkbaar niet. Nu wordt het moeilijk. Ik moet reageren op dingen die ze zegt, maar ik weet niet exact wanneer ze iets zegt. Ik ben te vroeg of te laat. Het klopt niet meer. Ik reageer 2 maal, of ik reageer niet. Ik reageer 4 maal. Of niet? Heb ik gereageerd, heb ik 4 maal gereageerd?
Ik denk het niet, want ze kijkt niet vreemd. Op de plek van haar ogen en neus staan monden. Ok, deze conversatie is niet mijn ondergang. Op naar de volgende. Ik ben terug weg. Ver weg. 'Mijn restaurant' is bezig. Ik zie een vrouw praten, ik zie dat haar mond uit de televisie komt, enkel haar mond, samen met haar woorden. Eerst haar woorden en haar mond trippelt er achteraan. Alsof die de woorden wil inhalen. Ik kijk snel weg. Alles gebeurt in echo’s.
Ik zit terug, ik heb een avocado in mijn hand. En een mes. Ik moet de avocado snijden. Ik weet dat ik ver weg ben, ik weet dat nu alles kan gebeuren. Alles kan. Dat mes moet weg. Ik duw het onder de zetel. Dat is me gelukt, gevaar geweken.
Ik herinner me plots dat ik naar de keuken ben gegaan om die avocado te halen. Ik sta recht. De lucht is als water, een substantie. Elke stap is als een stap in het water, met 100 kilo lood aan je benen. Komt dit niet vreemd over? Blijkbaar niet.
Ik moet toch even steun zoeken aan de keukentoog. Ze ziet dat niet, net niet.
Ik zit terug. Ik probeer me af te leiden van de gedachte dat ik niets meer onder controle heb. Want als ik daar even over doordenk, dan zak ik echt in een zwart gat in de grond. Dan verdwijnt alles stilletjes aan. Een beetje zoals sneeuw op de televisie. Ìk zie die sneeuw letterlijk opkomen. Dus ik focus even op iets, een vlekje op de muur. Ok. Ik ben terug. Focus.
Het begint tot mij door te dringen dat alcohol en benzo's niets zijn. Niets vergeleken met dit. Dit gevoel. Dit zit echt in je hoofd. Het creëert errors, haperingen, zoals op een computer. Ik zie ook soms een storing, een lijn. Links van de lijn staat een klein beetje hoger dan rechts van de lijn. Van het ene moment in het andere. Geen overgang meer.
Ik bereid me voor om iets te zeggen. Ik wil zeggen dat ik moe ben. Dan kunnen we misschien naar boven (hoe geraak ik daar?)`. Dan is dit misschien sneller voorbij. Ik blijf me voorbereiden Ik wil haar niet onderbreken. Misschien zeg ik iets terwijl ze praat? Dan gaat het pas opvallen. Jaren lijken voorbij te gaan. Alsof ik me 4 jaar lang voorbereid op een discipline op de olympische spelen. En dan is het eruit. Ik heb het gezegd.
Ik heb na een tijdje door dat ze er niet meer is. Ze is gaan slapen. Ik ga ook slapen. En vanaf hier kan ik me eigenlijk niet veel meer herinneren. Ik zie flarden van de trap. Treden. Pyjama.
En dan wordt ik wakker, gisterenmorgen. Ik voel me beter, trip nog een beetje. Maar ik voel me goed genoeg om te gaan werken. De rest van de dag ken je: trip wordt terug harder, hoofdpijn, druglijn, tripsit.com.
Vandaag ben ik ok. Straks psychiater.
Wat een week. Ik wil terug, maar ik zal het niet doen. Denk ik.