Er worden in dit document allerlei stoffen http://eur-lex.europa.eu/legal-content/ ... 2017PC0072 verboden of stoffen die verboden gaan worden. (ned. vertaling http://eur-lex.europa.eu/resource.html? ... format=PDF)
Het gaat voor lijst 1 van het VN Verdrag van 1961
U-47700 (3,4-dichloro-N-(2-dimethylamino-cyclohexyl)-N-methyl-benzamide)
en Butyrfentanyl (N-phenyl-N-[1-(2-phenylethyl)-4-iperidinyl]butanamide)
en voor lijst II van psychotrope stoffen van 1971
4-Methylethcathinone of 4-MEC (2-(ethylamino)-1-(4-methylphenyl) propan-1-
one)
ethylone (1-(2H-1,3-benzodioxol-5-yl)-2-(ethylamino)propan-1-one)
pentedrone of α-Methylaminovalerophenone (2-(methylamino)-1-phenylpentan-1-
one)
ethylphenidate of EPH (ethyl phenyl(piperidin-2-yl)acetate)
MPA of methiopropamine (N-methyl-1-(thiophen-2-yl)propan-2-amine)
MDMB-CHMICA (N-{[1-(cyclohexylmethyl)-1H-indol-3-yl]carbonyl}-3-methylL-valinate)
5F-APINACA or 5F-AKB-48 (N-(adamantan-1-yl)-1-(5-fluoropentyl)-1Hindazole-3-carboxamide)
XLR-11 [1-(5-fluoropentyl)-1H-indol-3-yl](2,2,3,3-tetramethylcyclopropyl)
Echter die stoffen staan toch nog niet op Opiumlijst I of II n Nederland? Hoe werkt het nu. Europa verbied het, en dan is het automatisch in heel Europa verboden of mag Nederland daar dan weer van afwijken? Ik zie deze stoffen ook nog niet in beide VN Verdragen staan. http://wetten.overheid.nl/BWBV0003922/1993-12-07 en http://wetten.overheid.nl/BWBV0001004/1988-04-25
De onderstaande tekst zegt met zoveel woorden dat het dan gelijk verboden is. Dat zou op 13 en 17 maart verboden moeten zijn. Dus 4-MEC is dus verboden?
Te dien einde stelt de Commissie een standpunt voor dat namens de Europese Unie moet
worden ingenomen op de zestigste zitting van de CND die van 13 tot en met 17 maart 2017
in Wenen plaatsvindt over het in de lijsten bij de VN-verdragen van 1961 en 1971 opnemen
van stoffen.
2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
• Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag voor dit voorstel is artikel 83, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).
In artikel 83, lid 1, VWEU wordt illegale drugshandel vermeld als een van de strafbare feiten
met een grensoverschrijdende dimensie waarvoor het Europees Parlement en de Raad
minimumvoorschriften kunnen vaststellen betreffende de bepaling van strafbare feiten en
sancties.
Artikel 218, lid 9, VWEU is van toepassing ongeacht of de Unie lid is van het betrokken
lichaam of partij is bij de betrokken overeenkomst. De CND is "een krachtens een
overeenkomst opgericht lichaam" in de zin van dit artikel, aangezien het om een lichaam gaat
dat specifieke taken heeft gekregen op grond van het VN-verdrag van 1961 en het VNverdrag
van 1971.
De besluiten van de CND over het opnemen van stoffen in de lijsten zijn "handelingen met
rechtsgevolgen" in de zin van artikel 218, lid 9, VWEU. Volgens de VN-verdragen van 1961
en 1971 worden de besluiten van de CND automatisch van kracht, tenzij een partij het besluit
binnen de voorgeschreven termijn ter beoordeling aan de ECOSOC heeft voorgelegd8
. De
besluiten van de ECOSOC daarover zijn definitief. De besluiten van de CND over het
opnemen van stoffen in de lijsten hebben ook rechtsgevolgen in de rechtsorde van de Unie uit
hoofde van de Uniewetgeving, te weten Kaderbesluit 2004/757/JBZ. Wijzigingen van de
lijsten van de VN-verdragen van 1961 en 1971 hebben directe gevolgen voor het
toepassingsgebied van dit rechtsinstrument van de Unie.